Despite a priori being an obscure groupuscule of cyclists, Fartlek has a subsidiary in Nairobi, Kenya. Meanwhile our Kenyan representative has obtained a certain reputation in the local cyclist-scene. And now he even managed to expose Fartlek to the most recent exponent of the Kenyan cyclism who happened to ride around in a yellow jersey, last summer.
Thanks Kieron!
Thursday, 21 November 2013
Friday, 30 August 2013
Haute Route, dag 7: Auron - Nice
Na de aankomst in Auron (dag 6) liet ik mijn fiets onder handen nemen door de mensen van de Service Course van Mavic. Her en daar wat vreemd geluid dat uiteindelijk te wijten was aan te weinig spanning op de spaken van mijn achterwiel.
De organisatie wist ons tijdens de dagelijkse briefing te zeggen dat de laatste rit gevoelig moest gewijzigd worden. Door de grote kans op zware onweders mocht de Col Saint-Martin niet in wedstrijd afgedaald worden en moest het peleton voor 13h Nice binnenrijden. De laatste 30km van de Col de Vence naar Nice gingen overigens sowieso in konvooi afgelegd worden. Het einde van de tijdsopname was gepland op de top van de Col de Vence. Vandaar de beslissing om niet langs de Col Saint-Martin te rijden maar gewoon de vallei van de Var te volgen en niet door te steken naar de vallei van de Vésubie.
De wekker liep een laatste keer om 4u45 af. Andermaal zo vroeg omdat we eerder dan gepland moesten arriveren in Nice. Aan een soort slakkengangetje reden we de hele vallei van de Tinée af tot aan de Var (ongeveer 70km om ruim 1000m te zakken) in een half dozijn konvooien geëscorteerd door telkens 3 motards. Mijn streven was om in deze laatste korte etappe mijn plaats in de top 200 veilig te stellen (ik vertrok als 188ste man op een kleine 500. Misschien waren het er al maar 450 meer).
Vlak voor de start van de tijdsopname was het een nerveuze bedoening van overkledij uitspelen, banaan eten, plaspauze, enz.
Wat volgde was best wel spannend. Peletonnetjes werden gevormd en raasden aan een sneltreinvaart voorbij. Komt ervan als er geen selectie gebeurt voor de laatste helling. Het lukte me om aan te pikken bij een treintje en zo de eerste kilometers van de lange klim naar de Col de Vence (via Courseguoules) aan te vatten. Niet echt een steile klim maar toch 40km om 1000 hoogtemeters te overwinnen terwijl her en der een klein stuk afdaling voor wat recuperatie zou moeten kunnen zorgen. Na een paar kilometer werd ik gewaar dat mijn achterwiel sleepte en kon ik niet anders dan halt houden om mijn wiel te rechten. Bij de revisie daags voordien hadden de Mavic-mannen mijn wiel uit zijn center getrokken door de spaken langs één kant allemaal harder aan te spannen. Daardoor werd de velg naast het denkbeeldige vlak getrokken dat je fiets van voor naar achter in twee symmetrische delen snijdt. Gevloek alom natuurlijk. Het lukte om het wiel wat te corrigeren en opnieuw te vertrekken, maar van zodra je harder trapte, sleepte het wiel weer. Na een paar keer stoppen, een paar honderd keer vloeken en honderden renners te hebben zien passeren gaf ik er de brui aan. Die top-200 stand kon ik op mijn buik schrijven. Ruim 10' verloren door te moeten stoppen en nog een hoop tijd en posities verloren doordat ik niet kon doorrijden. En dus ging ik aan een slakkengangetje verder in het gezelschap van de staart van het peleton. Mannen die duidelijk meer afzagen dan ik. Niet het gezelschap waar ik hoorde te rijden.
Van de Col de Vence moest nog een 30 of 40 km in escorte afgelegd worden naar de Promenade des Anglais in Nice. Verzamelen gebeurde in Vence. De weg van de Col de Vence naar Vence is een mooie afdaling op perfecte macadam. Toch behoorlijk steil (8%) en dit is eigenlijk het stuk waarover men het doorgaans heeft als het over de Col de Vence gaat. Het hoogteverschil is hier overigens geen 1000m, maar eerder 500 of 600m. De laatste paar kilometer over de Promenade des Anglais waren wel genietbaar, met de zonnekloppers en de Middellandse Zee rechts van ons.
Euforie alom bij de finishers. Het was dan ook wel een beetje een opgepepte bedoening waar je met superlatieven, emo-show en macho-gedrag om de oren geslingerd werd. Epic, heroic, highest, toughest,...
Get real, als je 't mij vraagt. Het was mooi, het was niet van de poes, maar zo erg was het nu ook weer allemaal niet hé. Onmenselijk kun je deze Haute Route niet noemen. Goed trainen. Gewicht verliezen, doseren en het moet lukken. De tijdslimieten waren - achteraf gezien - heel menselijk. De Arc-en-Ciel is een vergelijkbare prestatie. Bij de Haute Route ligt de nadruk evenwel op lange cols: elke dag zat er wel minstens één col tussen van 20km. Voor gewone sportieve stervelingen is dat een ononderbroken inspanning van anderhalf uur. Soms tweemaal per dag. Als je deftig kunt dalen, kun je wat recuperen. Voorts moet je lichaam ertegen kunnen om dagen aan een stuk vettigheid te eten (figuurlijke vettigheid, want eigenlijk gaat het om zoetigheid). Veronderstel dat je geen problemen hebt met het afleggen van een L-B-L of een Tilff-Bastogne-Tilff van 160km aan een gemiddelde van 24km/u. Wel, doe dat 6 of 7 dagen na elkaar, en dan heb je ongeveer een Haute Route of een Arc-en-Ciel gedaan. Moet kunnen...
Thursday, 29 August 2013
Haute Route, dag 6: Barcelonnette - Auron
Na de tijdrit en de massage voelden de benen vederlicht aan. Een vreemde gewaarwording. Bovendien was mijn rangschikking beter dan ik gehoopt had. De ambitie was aanvankelijk om de zeven dagen te kunnen uit rijden, maar nu vertoefde ik in de eerste helft van het klassement. 189ste bij de mannen na de tijdrit (op een beetje minder dan 500 mannelijke deelnemers). Dan begin je te dromen van een plaats in het eindklassement.
Het traject van dag 6 had ik altijd een beetje argwanend bekeken. Op papier zou het ongeveer 150km zijn met 3800 hoogtemeters. Direct beginnen met de Col de Cayolle, gevolgd door de beklimming naar Valberg, een klein stukje klimmen naar de Col de Couillole en vervolgens bijna 40km klimmen. 30km over een vals plat aan bijna 3% en tot slot ongeveer 6km naar het skistation Auron. Eigenlijk lag de eindhalte aan de voet van de andere kant van de Cîme de Bonnette van daags voordien.
Andermaal voor dag en dauw opgestaan om uitgebreid te ontbijten, valiezen te pakken en rond 7u te vertrekken naar de voet van de Cayolle. Terug veel kouder dan goed is voor een fietser die een groot deel overdag in de warmte moet klimmen. De politionele overheid had overigens een verbod uitgevaardigd om een wedstrijd te houden over de afdaling van de Cayolle en de Couillole. Dat maakte het nogal ingewikkeld voor de tijdopnames, maar de organisatie was er mooi in geslaagd om de wedstrijd over die segmenten op een correcte manier te neutraliseren. Samen met de klimtijdrit kwam dit de zuivere klimmers goed uit. En mij kwam het minder goed uit. In vergelijking met de lichtgewichten daal ik veel sneller en efficiënter af. Tijdens de hele week kwam ik natuurlijk niet één keer in aanmerking om op een Strava-segment een goede tijd neer te zetten. Behalve dan in de lange afdaling van de Mont-Cenis naar Susa (de afdaling uit rit 4 van 25km). Daar had ik aanvanklijk de 10de tijd op meer dan 150, zonder significant te moeten bijtrappen.
Hoedanook, twee grote peletonnen moesten samensmelten aan de voet van de Col de Cayolle, vlak voor de tijdopname. Niet iedereen kon namelijk gehuisvest worden in Pra Loup. Een groot aantal renners had zijn slaapplaats in Sauze of in Barcelonnette. De groep uit Pra Loup liet wat op zich wachten. In de kou was dat geen pretje. En dus was het met koude benen beginnen aan 25 kilometer klimmen. Van 1200m naar 2300m hoogte. Aanvankelijk rijd je langs een klein riviertje door een gorge. Vervolgens wordt de vallei wat breder, steek je het riviertje over, een paar haarspeldbochten en je bent boven de boomgrens. Terug dezelfde landschappen als op de Iseran of op weg naar de Bonnette. Het eerste stuk van de col is niet zo steil en er werd fameus doorgevlamd. Eventjes ben ik met een aantal snellere rijders meegereden. Op de minder steil stukken durf ik aanklampen omdat je dan tenminste toch een beetje profijt kunt halen uit het feit dat je uit de wind gezet wordt. Na een paar minuten leek het me wijselijker om de hartslag te laten zakken van 150 naar de vooropgestelde 140. Met 260 watt tegen hartslag 140 was ik uiteindelijk wel tevreden over mijn beklimming, ook al bleef ik onder een VAM van 800m/h. Vlak voor de col was een grote zwarte hond een schapenkarkas aan het oppeuzelen. De wolven zouden in deze streek bruin zijn.
De geneutraliseerde afdaling had een redelijk goed wegdek. Het gaf ons de mogelijkheid om te genieten van de omgeving. Het is hier dat de Var ontspringt. De Var die naast het vliegveld van Nice in de zee uitmondt. Her en der deelnemers die stopten om foto's te nemen. Vanaf Saint-Martin-d'Entraunes werd de neutralisatie opgehoffen en was het terug actie. De bedding van de Var wordt alsmaar breder en het was het moment om wat achterstand op lichtgewichtjes goed te maken. In Guillaumes was het gedaan met de pret en mochten we uit de dorre valei van de Var opnieuw klimmen naar een skistation. De beklimming naar Valberg slingert zich over 12km aan 7% omhoog. Een groot stuk fietste ik in het gezelschap van een Canadese die erop stond op haar grote plateau naar boven te rijden. OK, ze woog maar 47kg of zo, maar toch... Ze taterde er ietsje teveel op los en het leek me wijselijker om haar dan maar achter te laten. Vlak voor de top haalde ze me weer in en zag ik haar niet meer terug. Valberg heeft wel charmes en het zou er tijdens de zomer best wel aangenaam vertoeven kunnen zijn. Na de drukte van het centrum - waar we eigenlijk best wat faciliteiten kregen onder de vorm van politie-agenten en seingevers die onze een vrije doorgang verleenden - volgde een geleidelijke afdaling naar het miniscule Beuil. Het jaar voordien waren we daar met een grote Fartlek delegatie doorheen gereden, komend van de Col de Couillole en verder rijdend naar de Gorges de Cians. Nog verleden jaar reed de Haute Route doorheen die prachtige gorges en was er een dode te betreuren. Een gast van een jaar of 40. Toch riscant, dat fietsen in de bergen.
Maar dit keer ging het dus in omgekeerde richting: een flauwe beklimming van Beuil naar de Couillole en toen volgde niet de leukste maar misschien wel de mooiste (en gevaarlijkste) afdaling met smalle wegen, slecht wegdek, muurtjes van 40cm waarachter een gapende diepte van een paar 100m lag, rode rotswanden (neen, niet van het bloed) en smalle tunneltjes waaruit opeens mobilhomes reden... Volledig begrijpelijk dat de tijdsopname voor deze afdaling gestopt was. In één van de bochten zwiepte mijn achterwiel volledig weg. Bizar dat ik geen grote spike in mijn hartslag terugvind in die afdaling. Na ongeveer 16km afdalen volgde het stuk dat mij wat schrik inboezemde. 25km Aan gemiddeld 2%. En dat kruipt in de kleren. Her en der stukjes aan 3-4% en daar moet je fameus uit je pijp komen om te kunnen aanpikken bij de betere rouleurs. En die waren er dus ook, ginder in de bergen. Natuurlijk ook wat profiteurs die komedie aan het spelen waren. Na dat lang vals plat (stroomopwaarts de vallei van de Tinée, zijrivier van de Var, die in de buurt van de Bonnette ontspringt) begint de uiteindelijke beklimming naar Auron. Daar was het tijd om de rest van het groepje te laten gaan en op eigen tempo de finale klim van 8km aan te vatten. Een klim die sterk lijkt op die naar Pra Loup, overigens. Het vet was hier volledig van de soep.
Op eigen tempo over de meet gebold. 6 uur in het zadel. Opnieuw hartslag van ongeveer 127, aan 75% intensiteit. Lijkt een goed getal. Een TSS van ongeveer 340 is behoorlijk veel, maar de fatigue liet zich maar beperkt voelen, ook al zou ik volgens de literatuur compleet kapot moeten zitten.
Wednesday, 28 August 2013
Haute Route, dag 5: Cîme de Bonnette (tijdrit)
De voorgaande dagen was het opstaan tussen 4u45 en 6u. Met mijn redelijke plaats in het algemeen klassement had ik mij verzekerd van een start rond 11u in de tijdrit van vandaag. Dat beetje uitslapen was mooi meegenomen. De overnachting in het internaat in Barcelonnette viel best mee. Zelfs de bedden waren al gedekt. Voor de gelegenheid was een sympathieke Brit mijn kamergenoot. Daags voordien had ik hem nog net geklopt op de streep in Pra Loup, maar in de rit was hij voor mij gerangschikt omdat hij na mij over de eerste tijdsopnamemat gereden was.
Op het gemak kunnen ontbijten en dan met een paar sympathieke gasten 8 km gecruiset naar Jausiers waar de start van de tijdrit lag. Heel rustig gereden maar geprobeerd aan een hoge kadans te rijden en een paar keer naar grootste versnelling geschakeld en alles gegeven gedurende een seconde of 20. Kwestie van eventjes een hogere hartslag te provoceren. De organisatie van een tijdrit met ongeveer 500 renners is niet vanzelfsprekend. Er was 20" tussen de opeenvolgende starters in de omgekeerde volgorde van het klassement.
Op het programma stond dus de beklimming van de Cîme de Bonnette. Een paar weken voordien had ik die al eens uitgeprobeerd. Een flinke brok. Qua inspanning vergelijkbaar met de Ventoux, zij het minder steil en minder zuurstof. Bij mijn eerste poging had ik mij een tijd van 1u45 vooropgesteld aan hartslag 150. Dat was net niet gelukt. Door nogal veel wind tegen was ongeveer 260 watt onvoldoende om binnen het uur en driekwart de ongeveer 22km en 1500hms af te leggen. Het is trouwens een hele mooie klim met redelijk wat variatie en een fameuze verrassing op het eind. En goed bollende tarmac, en plus.
Met het oog op de volgende dagen wou ik andermaal niet aan meer dan 140 bpm rijden. Tijdens de rit werd ik al gauw door een aantal na mij gestarte renners ingehaald. Niet verwonderlijk dat ik in een zuivere klimrit plaatsen zou verliezen. Ze deden maar... Daarenboven waren de mensen die na mij gestart waren sowieso al beter geklasseerd. Het lukte vrij makkelijk om tijdens de rit mijn hartslag en vermogen constant te houden, ondanks het feit dat het grootste deel van de rit boven de 2000m moest afgelegd worden. HR_avg=141 bpm, PWR_avg=245 Watt. Da's op de wip tussen endurance en tempo. Bij de vorige poging lag het vermogen 20 watt en de hartslag 10bpm hoger (http://www.strava.com/activities/72881885#z2067|4721). Tot mijn grote verwondering was mijn tijd deze keer toch beter dan vorige keer. Net onder het uur en driekwart. Zal de wind geweest zijn.
De laatste 500m zijn overigens opeens een pak steiler. Tegen de 13%. Daar val je echt stil. Explosiviteit heb je op die hoogte niet meer. Het was best wel fijn ginderboven om de andere renners te zien binnenkomen. Een aantal hadden zich letterlijk het snot uit het lijf gereden. Da's er een beetje over. Terence raadt altijd aan om als fietser een propere zakdoek bij te hebben. Nu begrijp ik het beter.
Op de terugweg kruiste ik de uiteindelijke winnaar, Peter Pouly. Toch even erop wijzen dat ik voor hem boven was. Naar verluidt was hij een beetje ontgoocheld dat hij er niet in geslaagd was om onder het uur te blijven. Het werd 1u05. Mja... Da's een andere sport, denk ik.
23km afdalen aan 6% is pure fun. Alleen al daarom zou je de Bonnette moeten oprijden.
Sunday, 25 August 2013
Haute Route, dag 4: Serre Chevalier - Pra Loup via Col de l'Izoard en Col de Vars.
Serre Chevalier is misschien gekend als ski-station, maar een stad of dorp is het eigenlijk niet. Het stuk vallei tussen Briançon en de Col de Lautaret is een aaneenschakeling van dorpjes en samen vormen die Serre Chevalier. Net zoals Heuvelland in West-Vlaanderen ook geen stad of een dorp is. Duidelijk? Wellicht niet, maar daar draait het hier niet om. De overnachting in de gite in Guibertes was een beetje.... vreemd. En niet in het minst door de bizarre gastheer en -vrouw. Andermaal op een ontiegelijk vroeg uur moeten opstaan om tegen 7u aan de startlijn te staan.
Het eerste tiental kilometer werd aan een slakkengang en in konvooi afgelegd tot in Briançon. Temperatuur moet iets van 6 graden geweest zijn, maar gezien het merendeel van de dag in zomerse omstandigheden zou plaats vinden, moest er een vestimentair compromis gevonden worden. En natuurlijk houd je geen rekening met 30 minuten aan een slakkengang rijden in winterse omstandigheden. Volledig onderkoeld dan maar begonnen aan de feitelijke rit aan de voet van de Col de L'Izoard. Aangezien mijn positie bij de start daarenboven nogal vooraan het pak was, werd ik letterlijk door bijna honderden andere fietsers voorbijgereden. De Izoard is een mooie beklimming, maar daar had ik niet zoveel oog voor. Opnieuw redelijk steil, maar toch nog tamelijk regelmatig. In het eerste stuk even een vlakkere strook. Het klopt dus niet dat de hellingsgraden in de Alpen doorgaans 6-7% zijn. Misschien over de volledige lengte, maar de meeste hebben toch altijd wel een aantal langere stroken aan 8% of meer. Bovenop de Izoard lag ik dus al fameus achter. Wattage leek nochtans mee te vallen, maar de hartslag bleef redelijk laag (ongeveer 254 Watt aan hartslag 131 gedurende bijna anderhalf uur). Rustig de tijd genomen om een beetje extra krachten op te doen en dan in een razende vaart naar beneden. Die razende vaart neemt niet weg dat je tot rust kunt komen. Dat lijkt niet altijd bij iedereen te lukken, maar als je tot onder de 60 zakt moet je toch op je gemak zijn, me dunkt. Eerlijkheidshalve toch ook toegeven dat mijn snelheid altijd binnen de perken blijft. Zelden ga ik boven de 70. Anderen gaan hier gemakkelijk tot 80 of 85. Dat hoeft nu ook weer niet.
In de vallei en de indrukwekkende Gorges van Guillestres was het dan toch eens mogelijk om zich uit te leven. Vals plat berg af en een groot aantal klimmertjes kon opgeraapt worden. Net als bij de rattenvanger van Hameln vormde er zich een steeds groter wordend peloton tot aan de voet van de Col de Vars. Tot mijn verwondering waren er een groot aantal die daar achterop bleven. Misschien toch een beetje overschat in de klim van de Col de L'Izoard? Het begin van de beklimming van de Col de Vars is mooier dan het tweede deel. Dan kom je immers in het Blankenberge van de Franse Alpen terecht. Behoorlijk druk, maar daar maak je je beter niet druk om. Eénmaal voorbij de grootste deelgemeente van Vars (een aaneenschakeling van verschillende kleine agglomeraties met de grootste als laatste) volgt een meer verlaten en minder steil stuk van een paar kilometer. Deze klim leidt ook tot een groot stuk boven de 2000 meter. Zou het daardoor komen dat de hartslag naar het einde toe stijgt en het geleverde vermogen daalt? Of gewoon vermoeidheid na een uur bijna non-stop klimmen?
Boven aan de Col de Vars nauwelijks gestopt aan de bevoorrading en andermaal in vlammende vaart naar beneden. Groter kan het contrast niet zijn dan tussen de klim en de afdaling. De afdaling was behoorlijk rustig. Net zoals het contrast tussen de dijk van Bl'berge en de duinen tussen Bl'berge en Zeebrugge. Na de plezante afdaling kom je in de vallei van de Ubaye terecht. Daar vormde zich een groepje met zijn vieren. Een West-coast Amerikaan, een irritante Fin en een Brit op het einde van zijn Latijn. Wanneer ik met het universele fietsergebaar (met je wijsvinger de rand van een fictieve choco-pot proper maken) aangaf om te roteren zei de Amerikaan "Yeah, let's have some fun". Hij deed tenminste nog deftige beurten. De Brit was zo vriendelijk om te bedanken voor het reeds geleverde kopwerk, maar was ook zo correct om zich onmiddellijk te verontschuldigen voor het feit dat zijn beurten eerder kort zouden zijn. Aangezien de aflossingen van de Fin de snelheid direct met 4km/u deed zakken, besloot ik om na mijn volgende beurt direct in de tweede plaats in schuiven. Waarop de Fin mij aanmaande om achteraan te gaan inschuiven. De looser. Van dan af heb ik maar de rest van de vallei op kop gereden. Stom en dom (en toen daagde het mij dat dommerik en stommerik op "ik" eindigen). We passeerden o.a. Jausiers waar de start ligt voor de klimtijdrit van daags nadien. Met Barcelonnette in zicht leek het mij wijselijker om te temporiseren om op adem te komen voor de klim naar Pra Loup. De batterij van mijn boordcomputer was intussen leeggeraakt en dat was behoorlijk vervelend. Bizar dat je als fietser zo afhankelijk kunt worden van je Garmin. Dan maar op gevoel de berg naar Pra Loup opgereden. Daar werd ik weer door nogal wat fietsers ingehaald. Komt ervan als je teveel hebt zitten spelen in de vallei....
Thursday, 22 August 2013
Haute Route, dag 3: Val d'Isère - Serre Chevalier via Col d'Iseran, Col du Mont Cenis en Col d'Echelles
Na twee zware ritten om 4u30 moeten opstaan is niet vanzelfsprekend. Koffers pakken en het eeuwige getwijfel: mouwstukken? Regenjas? Beenstukken? Welk onderhemd? Tijdens de briefing, daags voordien, werden we gewaarschuwd dat het koud zou zijn. 5u15: Ontbijt. 6u: Bus naar Val d'Isère (fietsen stonden er in een bewaakte garage). 7u: Startschot. Niksmendalle geneutraliseerde start, direct de Col de l'Iseran op (in de buurt van de bron van de Isère). Het was een graad of 5 en bij de klim van 1850 meter naar 2700 en een chic zakte de temperatuur nog een pak lager (volgens sommigen zou het er -2 geweest zijn. Zie http://www.strava.com/activities/76172000). De col kende ik al, maar dan enkel en alleen van wanneer er sneeuw lag. Met koude benen vertrekken en direct zware wattages trappen ligt me blijkbaar niet zo goed. Of toch minder goed dat nogal wat medefietsers. Met moeite ging mijn hartslag boven de 135. Uiteindelijk bleek mijn wattage in de buurt te liggen van de wattages van de dagen voordien, maar dan bij een lagere hartslag, ondanks het feit dat er boven de 2000 meter al gevoelig minder zuurstof in de lucht hangt. Hoedanook, ik had het gevoel dat er een hoop renners mij voorbijgereden waren in de klim. De vergezichten boven de boomgrens lijken mij altijd mooier (misschien omdat er minder bomen in de weg staan?). De afdaling van de Iseran richting Bonneval-sur-Arc was andermaal een kunstwerk om in te lijsten. Andermaal pure fun na het afzien in de klim (hoewel: als je 25-30 slagen onder je reguliere overslagpols rijdt, kun je moeilijk beweren dat je veel afziet).
Na Bonneval-sur-Arc een heerlijk afdalend vals plat waar ik terug een hoop tijd en plaatsen kon goedmaken. Natuurlijk was dat volledig in strijd met mijn aanvankelijk plan om te recupereren in de valleien en mijn krachten te sparen. De hartslag en het vermogen lag daar even hoog als in de klim naar de Iseran. Maar wat doet het deugd om vast te stellen dat je toch ergens goed in bent op de fiets: het twintigtal renners dat ik opgeraapt had, hadden zich allemaal in mijn wiel genesteld en aan de voet van de volgende klim waar ik snel duidelijk maakte dat ze nu maar zelf hun plan moesten trekken, konden er toch een hoop complimentjes af. "Thanks, big fella", "Great pull, big boy". Dat leert dat het merendeel Engelstalig was en dat de klimmers doorgaans een pak kleiner uitvallen dan ik.
In elk geval, de Col du Mont Cenis. Mooie vallei en een klim die deed denken aan de Col des Saisies: brede tweevaksbaan waardoor je geen goed zicht hebt op de hellingsgraad. Ook niet bijster tot de verbeelding sprekend. Totdat je in de buurt komt van het stuwmeer bovenaan. De col is eigenlijk een vallei van een kilometer of 4 die op en af gaat. Er stond een sterke wind die niet echt hielp. Vóór mij waren her en der groepjes renners te zien waar ik niet zomaar in 1, 2, 3 naar kon toerijden. Maar dat was buiten een motard gerekend. Die komt links van mij rijden (wind kwam van links) en zegt: "allez, viens. On va les attraper". Zonder veel overblijvende explosiviteit in de benen heb ik toch mijn kas moeten leegeten om een paar renners op te rapen (in de buurt van http://www.strava.com/activities/76501437#z9868|9968). Wat volgde was misschien de leukste afdaling die ik al gereden heb. Na het stuwmeer met aarden dam aan de Col du Mont Cenis ben je vrijwel direct in Italië. Na een paar ongemeen mooie haarspeldbochten ligt daar opeens biljartvlakke macadam. 20km op een roetsjbaan van 6 - 7%. Een aanrader. Omhoog rijden zou ik afraden. Maar deze afdaling moet je ooit eens gedaan hebben. Doe niet zoals die ene fietser die in een scherpe bocht onder de vangrail terecht gekomen was. Ambulances en heel de santeboetiek. Naar verluidt heeft ook deze gast de rit kunnen uitrijden. Aangezicht fameus toegetakeld een geen vlees meer op zijn knokels. Voorband (tube) was in die scherpe bocht van zijn (full-carbon) wiel gelopen...
Italië dus. Na die prachtige afdaling ben je in Susa. De Italianen moeten gedacht hebben dat er één of andere belangrijke koers voorbijkwam. Straten afgezet, carabinieri alom en juichende mensen langs de straten. Alle renners waren nog in winterkledij maar beneden in Susa voelde het aan alsof het 30° was. Tientallen renners stonden langs de kant zich half uit te kleden. Gelukkig slaagde ik erin om al fietsend mijn beenstukken, windjack en andere attributen uit te spelen. Dat heeft mij een hoop tijd bespaard. Wat volgde was een klim van 3de categorie of zo en vervolgens een oneindig lang lijkende vallei die als een vals plat omhoog liep. Na Susa was ik een sterke groep terechtgekomen van een stuk of 12 man. Maar die klim (6% of zo?) was te stijl voor mij om hen te kunnen volgen. Tant pis. Eventjes op eigen tempo die klim opgereden en dan werd ik vlak voor de top opgeraapt door een volgend groepje. Daar heb ik mij wel gespaard. Na een kilometer of 30 kwamen we aan de voet van de Col d'Echelles, vlak voor de grens met Frankrijk. Een minder gekende col die sterk deed denken aan een Vogezencol (vraag me niet waarom). Aan de voet van de Col d'Echelles gestopt aan de bevoorrading om wat krachten op te doen en wat uit te rusten. Daar zijn nogal wat mensen mij voorbijgereden. De klim zelf dan: prachtige haarspeldbochten, smal, weinig auto's, een paar gevaarlijk tunneltjes, een mini-stuwmeertje en boven een valleitje van een paar kilometer waar tientallen families gezellig zaten te picknicken. Op de top opnieuw een bevoorrading waar ik even een cola of drie gedronken heb. Aan de overkant van de col een volledig ander uitzicht: dor en open velden. Leuke afdaling met een goed wegdek. Andermaal. Het eerste stuk van die afdaling een paar man kunnen oprapen en dan een vals plat dat afdaalt naar Briançon. Opnieuw kon ik mijn kwaliteiten van barroudeur bovenhalen en een half regiment fietsers oprapen. Het was in dit stuk (in een aflopende vallei dus) dat ik de zwaarste inspanning van de dag leverde. De straten van Briançon waren in slechte staat (was meer een Paris-Roubaix), maar dat deerde mij minder dan de rest. De laatste kilometers waren en plus ferm wind tegen. Niemand maakte aanstalten om over te nemen. Ik rijd niet echt voor het klassement en dat deerde mij dus aanvankelijk niet. Ik wou de ouderdomsdeken van de Haute Route (een pluimgewicht van 70 jaar) eigenlijk laten voorgaan omdat die zo sympathiek was, maar toen maakte ik mij de bedenking dat er wellicht één of andere pipo zou zitten tussen het dozijn nog overblijvende wieltjeszuigers. Op een kilometer van de streep ben ik dan maar van op kop aangegaan en de rest een tiental seconden aangesmeerd. Plezant...
Gemiddelde hartslag 131, snelheid net geen 26km/u en Normalized Power ongeveer 244 Watt. Zelfs Johnny Hoogerland zou er blij mee geweest zijn.
Wednesday, 21 August 2013
Haute Roue, dag 2: Megève - Val d'Isère
Zowaar een internetverbinding gevonden!
Megève is een nogal mondain aandoend Frans bergdorpje/skistation dat zelfs in de zomer lijkt te leven. Denk aan een soort Courchevel waar de Russen door Abu Dhabiërs vervangen zijn. De start werd gegeven om 7u en de eerste afdaling werd geneutraliseerd. Aan het begin van de eerste klim - Col des Saisies - lag een mat waar je feitelijke starttijd vastgelegd werd. Op die manier werd je niet gepenaliseerd omdat je door de grootte van het peleton pas 3' na de eerste kon starten. Er zijn een 500-tal renners.
De organisatie heeft een dertigtal masseurs voorzien zodat bijna iedereen dagelijks een massage kan krijgen. En dat voel je toch, ook al duurt een sessie maar 15'. Doorgaans zijn de benen daags na een serieuze stram, stijf en moe. Dankzij het werk van de kiné's is dat tot nu toe véél minder het geval, ook al kan elke rit hier de vergelijking met een Tilff - Bastogne - Tilff of L-B-L aan (toegegeven, het tempo waarop je deze ritten aflegt ligt wat lager).
Bon, vanuit Megève dus in konvooi de berg af om vervolgens de Col de Saisies op te rijden. Niet echt een mooie klim (eerder een expressweg) in de richting die wij genomen hadden, maar voldoende om serieus in de kleren te kruipen. De afdaling was dan weer wel beeldschoon over een veel smaller baantje (slecht wegdek), doorheen Hauteluce. Vrij vlug was het dan de beurt aan de Cormet de Roselend, gekend van de TdF.
De organisatie heeft héél veel werk verricht om de renners aan alle kruispunten een veilige en vrije doorgang te bezorgen. Een dertigtal motards een misschien een honderdtal vrijwilligers per rit met borden om het verkeer tegen te houden.
Terug naar de Cormet. Die begon vrij brutaal met serieuze percentages in een woeste vallei. Deed me sterk denken aan de Col de Turini vanuit Sospel: hoge vertikale rotswanden en veel bomen. Naar de top toe verschijnen dan meer alpenweiden met koeien en idyllische boerderijen. Opnieuw een leuke afdaling totdat er na een haarspeldbocht een ambulance staat met signaalgevers die ons aanmanen om te vertragen. Nog een glimps kunnen zien van de ambulanciers die met een brancard een fietser van tussen de bomen proberen te halen. Naar verluidt is die er nog zonder teveel kleerscheuren uitgekomen...
Uiteindelijk kom je na die afdaling in Bourg-Saint-Maurice terecht, het knooppunt in de vallei van zowel Les Arcs, La Plagne als - verderop - Tignes en Val d'Isère. Door het centrum, vervolgens langs Villaroger naar Sainte Foy en langs de stuwdam aan het meer onder Tignes (Les Bevières) langs Les Boisses naar Val d'Isère. Door wegenwerken lag de finale tijdsopname Vlak voor het stuwmeer. De laatste 7 km naar Val d'Isère waren dus een beetje voor de show.
Andermaal een dag met de mooiste landschappen die je je kunt inbeelden, perfecte fietsomstandigheden, redelijk goede benen, een fantastische organisatie,... Als ik het goed voorheb was ik deze keer iets van 175ste. Een mooie verbetering tegen dag 1. Maar het klassement is maar bijzaak...
Monday, 19 August 2013
Haute Route, dag 1: Genève - Megève
Voilà: netwerk gevonden, 10' voor het vertrek naar rit 2. Basic accomodation package is wel heel erg basic. De eerste nacht overnacht in een atoomschuilkelder. Het had wel iets. Maar een kniesoor die daarover maalt.
De eerst wedstrijddag dan maar. Wekker om 5 uur, ontbijt aan het meer van Genève in de duisternis. Matig (kwalitatief), maar voldoende (quantitatief). In blokken van ongeveer 100 werd de start gegeven. De eerste 25km waren geneutraliseerd. Vervolgens stonden de col d'Encrenaz en de Col de Joux Plane op het programma met finish in Megève.
Een groot deel van de wegen had ik al 's winters met de auto gedaan op weg naar Avoriaz of Morzine. Niet alleen de cols maar ook sommige valleien waren adembenemend (vooral in de buurt van Sallanches).
Het voornemen was om rond hartslag 140 de cols op te rijden en iedereen die het wou te laten voorgaan. Tegelijkertijd bestond het plan er ook uit om in de vallei geen trap te geven. Dat laatste is niet gelukt. Bij momenten was de hartslag in de vallei (na Tanninges) hoger dan in de beklimmingen in pogingen om een groepje te bereiken. Een groepje dat uiteindelijk niet veel voorstelde.
Nog niet echt het resultaat kunnen bekijken, maar ik zou rond de helft zitten. Stemt me tevreden. Gemiddelde hartslag zou zo rond de 128 zitten en Normalized Power rond de 240. TSS ongeveer 325. Da's nog altijd een beetje teveel naar mijn goesting. En nu, op naar de start van dag 2!
Saturday, 17 August 2013
Haute Route, proloog
Terwijl een aantal Fartlekkers zich opmaken om morgen de Géant des Ardennes af te leggen, een korte vooruitblik op de Haute Route. Zeven dagen, 21 000 hoogtemeters en ruim 800 km. Startplaats Genève, arrivé Nice. 19 Alpencols.
Ongeveer 7500 km in de benen, een paar kilo te veel en sinds kort een nieuwe Cervélo R3. De vlot verlopen AeC van 8 weken geleden was een goede general repetition, maar dat neemt niet weg dat er een beetje zenuwachtigheid de kop op steekt. Meer hoogtemeters, veeeel langere klims, hoe zal het weer zijn, geraakt de bagage ter plaatse? En belangrijk: geraak ik op tijd binnen? Zal die 12-27 cassette genoeg zijn? Zal de recuperatie lukken?
Bon, ik hoop telkens een stijgsnelheid van 800m/u te halen en binnen de tijdlimiet binnen te geraken... That's it.
Deelnemer 195: that's me!
Wednesday, 10 July 2013
Tour de France vs. Arc-en-Ciel
De vorige blog-post was een festijn voor number-geeks. En niets belet ons om op dat élan verder te gaan. Omdat het Tour de France is, en de cijfers voorhanden waren, is het eens leuk om de prestaties van de beteren te vergelijken met die van een gewone sterveling.
Op de website van SRM (de vermogensmeter waarmee nogal wat profs rijden), zijn wat details beschikbaar van de tweede rit van de Tour van dit jaar. Een rit op Corsica die we niet snel zullen vergeten omdat die op een mooie manier gewonnen werd door Jan Bakelants. 156km en 2000 hoogtemeters legden Bakelants en co. af. Interessant om die gegevens te vergelijken met de 4de rit uit de AeC van dit jaar.
Bovenstaande tabel wordt evenwel anders als je rekening houdt met het gewicht: 70kg (Bakelants) vs. 85kg (volgens de gegevens van een paar maanden terug).
Je ziet, de ritten in de TdF zijn soms menselijk: de volledige belasting ligt in het bereik van een gewone sterveling (gemiddeld relatief vermogen en relatief energieverbruik in deze tourrit ligt ongeveer 10% hoger dan een gelijkaardige AeC-rit). Maar een dergelijke rit winnen is vanzelfsprekend andere koek: zie het maximaal vermogen op het einde. 7,3 Watt/kg houd ik ongeveer 45s vol in goede omstandigheden, terwijl Bakelants dat 2' volhield. Een uur voor de finnish werd de renners overigens een helling van 600m voorgeschoteld. Daarop werd een schifting doorgevoerd waarbij alls topsprinters (behalve Sagan) overboord gegooid werden: Bakelants en de anderen in de kopgroep reden die helling in 30 minuten omhoog aan gemiddeld 5 Watt/kg (dat houd ik slechts tussen de 5 en 7 minuten vol). Dat de gemiddelde snelheid dan toch zoveel hoger ligt, is deels te verklaren door het peleton-effect en deels door het feit dat deze renners bij momenten gemakkelijker hogere wattages trappen.
Curieus wat de vergelijking amateur - prof oplevert voor de koninginnerit uit de Tour (voor Valverdes resultaten, zie http://www.srm.de/news/road-cycling/le-tour-de-france-stage-9/). Da's helemaal andere koek! Misschien interessant voor na de Houte Route...
noot: de litteratuur beschrijft dat een goede amateur-wielrenner een kritisch vermogen over 60 minuten van 4,4 Watt/kg zou moeten hebben. Met mijn 4 Watt/kg zit ik dus nog een pak onder het niveau van een goede amateur-wielrenner.
Op de website van SRM (de vermogensmeter waarmee nogal wat profs rijden), zijn wat details beschikbaar van de tweede rit van de Tour van dit jaar. Een rit op Corsica die we niet snel zullen vergeten omdat die op een mooie manier gewonnen werd door Jan Bakelants. 156km en 2000 hoogtemeters legden Bakelants en co. af. Interessant om die gegevens te vergelijken met de 4de rit uit de AeC van dit jaar.
time | avg. PWR | avg./max. HR | energy | dist. | avg. speed | max. 2' PWR | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Bakelants, TdF: | 3:43 | 212 W | 142/190 | 3078 kJ | 156 km | 40 km/u | 510 W |
BDN, AeC: | 4:06 | 233 W | 132/162 | 3436 kJ | 120 km | 29 km/u | 352 W |
time | avg. PWR | avg./max. HR | energy | dist. | avg. speed | max. 2' PWR | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Bakelants, TdF: | 3:43 | 3 W/kg | 142/190 | 44 kJ/kg | 156 km | 40 km/u | 7,3 W/kg |
BDN, AeC: | 4:06 | 2,75 W/kg | 132/162 | 40 kJ/kg | 120 km | 29 km/u | 4,15 W/kg |
Je ziet, de ritten in de TdF zijn soms menselijk: de volledige belasting ligt in het bereik van een gewone sterveling (gemiddeld relatief vermogen en relatief energieverbruik in deze tourrit ligt ongeveer 10% hoger dan een gelijkaardige AeC-rit). Maar een dergelijke rit winnen is vanzelfsprekend andere koek: zie het maximaal vermogen op het einde. 7,3 Watt/kg houd ik ongeveer 45s vol in goede omstandigheden, terwijl Bakelants dat 2' volhield. Een uur voor de finnish werd de renners overigens een helling van 600m voorgeschoteld. Daarop werd een schifting doorgevoerd waarbij alls topsprinters (behalve Sagan) overboord gegooid werden: Bakelants en de anderen in de kopgroep reden die helling in 30 minuten omhoog aan gemiddeld 5 Watt/kg (dat houd ik slechts tussen de 5 en 7 minuten vol). Dat de gemiddelde snelheid dan toch zoveel hoger ligt, is deels te verklaren door het peleton-effect en deels door het feit dat deze renners bij momenten gemakkelijker hogere wattages trappen.
Curieus wat de vergelijking amateur - prof oplevert voor de koninginnerit uit de Tour (voor Valverdes resultaten, zie http://www.srm.de/news/road-cycling/le-tour-de-france-stage-9/). Da's helemaal andere koek! Misschien interessant voor na de Houte Route...
noot: de litteratuur beschrijft dat een goede amateur-wielrenner een kritisch vermogen over 60 minuten van 4,4 Watt/kg zou moeten hebben. Met mijn 4 Watt/kg zit ik dus nog een pak onder het niveau van een goede amateur-wielrenner.
Friday, 5 July 2013
Arc-en-Ciel: epiloog
Het merendeel van de spottieve wielerliefhebbers in onze kontreien laten zich wel eens gaan in ééndagskoersen (Ronde van Vlaanderen, E3, Luik-Bastenaken-Luik, Paris-Roubaix,...). De achterliggende gedachte is nogal vaak om eens te kunnen gewaar worden hoe de ervaring van de profs daags nadien is.
Het is weinigen gegeven om eens te kunnen aftoetsen hoe het is om een zware meerdaagse rittenreeks af te werken. De Arc-en-Ciel is vergelijkbaar met een Ronde van Zwitserland, Parijs-Nice, Ronde van het Baskenland of bv. de Tour of California (1200km/15000hms). De profs leggen grotere afstanden af, maar rijden dan ook weer in peleton. Hoedanook, weinig van die koersen doen het met gemiddeld 2500 hoogtemeters per dag.
Analyse van de AeC
Dit jaar was de Arc-en-Ciel - in vergelijking met de vorige jaren - een pak minder zwaar. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers neemt jaarlijks toe en dan is het verstandig om niet langer 18.000 of 19.000 hoogtemeters te programmeren. Een mens vergeet snel en met het oog op mijn deelname aan de Haute Route Alpes binnen 6 weken beschouwde ik deze editie dan ook voor een groot stuk als een trainingsweek om één en ander af te toetsen. Het is nl. nuttig om op voorhand een verstandige strategie te kennen om een meerdagse rittenreeks af te leggen.
Waarop moet je letten om te verhinderen dat je jezelf opbrandt zoals het geval was na de eerste (twee?) rit(ten)? Op basis van bovenstaande tabel, lijkt het dat je niet teveel in de Threshold powerzone of daarboven mag rijden. Da's het voornaamste verschil tussen rit 1 en de overige ritten. Dus spaarzaam omspringen met het rijden boven de 300 Watt (althans in mijn geval). Blijkbaar kun je ook een redelijk goed gewogen gemiddeld vermogen (Normalized Power) leveren zonder in de Threshold powerzone te rijden. Dus zoveel mogelijk rijden in de zone er net onder. In het Engels ook wel de Fartlek workout zone of Tempo Powerzone genoemd. In mijn geval 250 - 300 Watt. Dat zou een eerste verklaring kunnen zijn.
De vaststelling dat ik de eerste (twee) dag(en) te diep gegaan ben, is ook al deels te verklaren als je kijkt naar de Training Stress Score (TSS). Dit komt overeen met het aantal uur dat je gereden hebt, vermenigvuldigd met het kwadraat van de fractie van Normalized Power over je maximaal continue vermogen gedurende 1 uur. Voor rit 4 van de AeC wordt dat in mijn geval: (4,1 uur) x (256/340)² = 235. De litteratuur beschrijft dat een TSS vanaf 300 typisch twee dagen of meer recuperatie vergt. Twee dagen na elkaar een waarde van 300 of meer is dus a fortiori nefast voor een meerdaagse uitstap. Als ik het goed voorheb, kan een sporter per week een totale TSS aan van ongeveer 800 of 900. Als je meer rijdt, moet je extra recuperatietijd inlassen. Deze AeC kwam ik uit op een TSS van ongeveer 1500. Voor meerdaagse ritten zou je er op zijn minst naar moeten streven om je TSS dagelijks onder de 300 te houden. Elke dag dus een berekening maken (voor de Haute Route) om te weten hoe snel/hard er moet/mag gereden worden.
Inspanningsfysiologen hanteren modellen om de geaccumuleerd stress op het lichaam in kaart te brengen. Telkens je gaat fietsen, ga je enderzijds een zekere fatigue of stress opstapelen die met een bepaald tempo vermindert. Anderzijds zul je ook je conditie opbouwen (je fitness neemt toe). De modellen die gehanteerd worden gaan ervan uit dat de positieve bijdrage in de conditieopbouw van een specifiek inspanning na 41 dagen verdwenen zijn. De negatieve bijdrage van een inspanning (de fatigue) verdwijnt sneller. Hoe je je op een bepaalde dag voelt is de som van die negatieve en die positieve bijdrage en wordt in het Engels de form genoemd.
In bovenstaande grafiek stelt de hoogste curve de fatigue voor en de curve die het grijze gebied afbakent, de fitness. Vandaag, een paar dagen na de laatste rit, is de fatigue nog véél hoger dan de fitness. Mijn vormpeil is dan ook laag. Al deze cijfers zijn eigenlijk vaag en moeilijk te interpreteren. Maar ze geven een trend aan. De boodschap is dat ik vandaag een schijnbaar grotere inspanning moet leveren om een bepaald vermogen te leveren dan wanneer mijn vormpeil positief zou zijn. Binnen een paar dagen zou ik op een positief vormpeil moeten staan en pas dàn zou het verstandig zijn mij eens aan een inspanningstest te wagen. Pas halfweg april ben ik opnieuw met een vermogensmeter beginnen trainen en daarom zijn de resultaten van de eerste 6 weken een beetje vreemd. Pas vanaf begin juni is de trend echt vatbaar voor een correcte interpretatie. M-C-M verwijst naar de inspanning die ik geleverd heb voor Mons-Chimay-Mons (met een grote piek in fatigue tot gevolg).
Met het oog op de Haute Route Alpes
Eerst en vooral de vaststelling dat de Haute Route Alpes (HRA) ongeveer 15 tot 20 % zwaarder is dan de AeC:
Het is weinigen gegeven om eens te kunnen aftoetsen hoe het is om een zware meerdaagse rittenreeks af te werken. De Arc-en-Ciel is vergelijkbaar met een Ronde van Zwitserland, Parijs-Nice, Ronde van het Baskenland of bv. de Tour of California (1200km/15000hms). De profs leggen grotere afstanden af, maar rijden dan ook weer in peleton. Hoedanook, weinig van die koersen doen het met gemiddeld 2500 hoogtemeters per dag.
Analyse van de AeC
Dit jaar was de Arc-en-Ciel - in vergelijking met de vorige jaren - een pak minder zwaar. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers neemt jaarlijks toe en dan is het verstandig om niet langer 18.000 of 19.000 hoogtemeters te programmeren. Een mens vergeet snel en met het oog op mijn deelname aan de Haute Route Alpes binnen 6 weken beschouwde ik deze editie dan ook voor een groot stuk als een trainingsweek om één en ander af te toetsen. Het is nl. nuttig om op voorhand een verstandige strategie te kennen om een meerdagse rittenreeks af te leggen.
stage | height | avg. HR | TSS | Avg./Normalized Power (%) | threshold power | above threshold power | feeling |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | 3040 | 154* | 317 | 231/260W (76%) | 57' | 30' | very strong |
2 | 3300 | 132 | 303 | 213/242W (71%) | 33' | 9' | strong |
3 | 2800 | 123 | 250 | 203/231W (68%) | 23' | 8' | very weak |
4 | 2000 | 132 | 237 | 233/256W (75%) | 38' | 19' | strong |
5 | 2700 | 130 | 282 | 217/250W (74%) | 45' | 16' | strong |
6 | 1900 | 122 | 221 | 201/235W (69%) | 32' | 13' | weak |
*: hartslag-monitor sloeg tijdens deze rit vaak tilt. Vermoedelijk slechte contacten. |
Waarop moet je letten om te verhinderen dat je jezelf opbrandt zoals het geval was na de eerste (twee?) rit(ten)? Op basis van bovenstaande tabel, lijkt het dat je niet teveel in de Threshold powerzone of daarboven mag rijden. Da's het voornaamste verschil tussen rit 1 en de overige ritten. Dus spaarzaam omspringen met het rijden boven de 300 Watt (althans in mijn geval). Blijkbaar kun je ook een redelijk goed gewogen gemiddeld vermogen (Normalized Power) leveren zonder in de Threshold powerzone te rijden. Dus zoveel mogelijk rijden in de zone er net onder. In het Engels ook wel de Fartlek workout zone of Tempo Powerzone genoemd. In mijn geval 250 - 300 Watt. Dat zou een eerste verklaring kunnen zijn.
De vaststelling dat ik de eerste (twee) dag(en) te diep gegaan ben, is ook al deels te verklaren als je kijkt naar de Training Stress Score (TSS). Dit komt overeen met het aantal uur dat je gereden hebt, vermenigvuldigd met het kwadraat van de fractie van Normalized Power over je maximaal continue vermogen gedurende 1 uur. Voor rit 4 van de AeC wordt dat in mijn geval: (4,1 uur) x (256/340)² = 235. De litteratuur beschrijft dat een TSS vanaf 300 typisch twee dagen of meer recuperatie vergt. Twee dagen na elkaar een waarde van 300 of meer is dus a fortiori nefast voor een meerdaagse uitstap. Als ik het goed voorheb, kan een sporter per week een totale TSS aan van ongeveer 800 of 900. Als je meer rijdt, moet je extra recuperatietijd inlassen. Deze AeC kwam ik uit op een TSS van ongeveer 1500. Voor meerdaagse ritten zou je er op zijn minst naar moeten streven om je TSS dagelijks onder de 300 te houden. Elke dag dus een berekening maken (voor de Haute Route) om te weten hoe snel/hard er moet/mag gereden worden.
Inspanningsfysiologen hanteren modellen om de geaccumuleerd stress op het lichaam in kaart te brengen. Telkens je gaat fietsen, ga je enderzijds een zekere fatigue of stress opstapelen die met een bepaald tempo vermindert. Anderzijds zul je ook je conditie opbouwen (je fitness neemt toe). De modellen die gehanteerd worden gaan ervan uit dat de positieve bijdrage in de conditieopbouw van een specifiek inspanning na 41 dagen verdwenen zijn. De negatieve bijdrage van een inspanning (de fatigue) verdwijnt sneller. Hoe je je op een bepaalde dag voelt is de som van die negatieve en die positieve bijdrage en wordt in het Engels de form genoemd.
In bovenstaande grafiek stelt de hoogste curve de fatigue voor en de curve die het grijze gebied afbakent, de fitness. Vandaag, een paar dagen na de laatste rit, is de fatigue nog véél hoger dan de fitness. Mijn vormpeil is dan ook laag. Al deze cijfers zijn eigenlijk vaag en moeilijk te interpreteren. Maar ze geven een trend aan. De boodschap is dat ik vandaag een schijnbaar grotere inspanning moet leveren om een bepaald vermogen te leveren dan wanneer mijn vormpeil positief zou zijn. Binnen een paar dagen zou ik op een positief vormpeil moeten staan en pas dàn zou het verstandig zijn mij eens aan een inspanningstest te wagen. Pas halfweg april ben ik opnieuw met een vermogensmeter beginnen trainen en daarom zijn de resultaten van de eerste 6 weken een beetje vreemd. Pas vanaf begin juni is de trend echt vatbaar voor een correcte interpretatie. M-C-M verwijst naar de inspanning die ik geleverd heb voor Mons-Chimay-Mons (met een grote piek in fatigue tot gevolg).
Met het oog op de Haute Route Alpes
Eerst en vooral de vaststelling dat de Haute Route Alpes (HRA) ongeveer 15 tot 20 % zwaarder is dan de AeC:
- 860km vs. 750km
- 21.000 hms vs. 15000 hms. (gem. 3000 per dag vs. gem. 2500 per dag)
- 7 dagen vs. 6 dagen
Wednesday, 3 July 2013
Arc-en-Ciel, etappe 6: Volterra - Poggio A Caiano
De laatste rit leek de minst zware te zijn. Beginnen met een 10km-lange wondermooie afdaling uit Volterra, gevolgd door 2 lange hellingen van +/- 350m hoogteverschil. Vervolgens wat kleinere klimmetjes en tot slot een hors catégorie van slechts 2 km maar aan een gemiddelde van 10%. Het was bovendien de warmste dag van de week.
Het traject was andermaal adembenemend met aanvankelijk nogal wat kleine dorpjes waar we doorheen reden en naar het einde toe een begin van de agglomeratie rond Firenze. Bovendien werd er opvallend veel collegialiteit aan de dag gelegd. Met zijn vieren hadden we het merendeel van de rit samen afgelegd. Op de vlakke stukken en de lopende hellingen was het nog mogelijk uit de pijp te komen maar op de steile hellingen moest ik node (andermaal) passen. Op basis van het roadbook had ik mij ingeprent voldoende krachten over te houden voor de laatste helling. Om 10% (en meer) te bedwingen moet ik sowieso een beetje in het rood gaan en dat was niet zo vanzelfsprekend meer. Op een paar kleine klimmetjes, 30km van het einde, dacht ik dat het verstandiger was om de overige drie lotgenoten te laten gaan en mijn eigen tempo aan te houden. Ter hoogte van kilometers 102,5 en 103,8 bevinden er zich twee kort maar zware klimmen. Vanop de top van de tweede klim zag ik mijn eerste achtervolger op de top van de eerste klim. Prachtig beeld. In vogelvlucht een beetje meer dan een halve kilometer, maar meer dan 5 minuten tijdverschil.
. Vandaar geprobeerd rustig af te dalen en zo wat krachten te sparen op weg naar de laatste helling. Uiteindelijk was die niet zo moeilijk als we eerst vreesden. Vergelijk het met de Rue Saint Roch in Houffalize, maar 2 keer zo lang. Na 800km op 6 dagen en 15.000 hoogtemeters voelde hij wel zwaarder aan dan het normaal het geval is. Het was een blij weerzien met mijn zwalpende kamergenoot, net voor de top.
Vandaar nog iets van 10km naar ons laatste hotel, op een kleine tien minuten gevolgd door Geert. Het gevoel van voldoening en opluchting is altijd groot. Enerzijds het gevoel iets zwaar verwezenlijkt te hebben, anderzijds gewoon het feit dat alles goed verlopen was: geen valpartijen of noemenswaardige materiaalpech.
Het traject was andermaal adembenemend met aanvankelijk nogal wat kleine dorpjes waar we doorheen reden en naar het einde toe een begin van de agglomeratie rond Firenze. Bovendien werd er opvallend veel collegialiteit aan de dag gelegd. Met zijn vieren hadden we het merendeel van de rit samen afgelegd. Op de vlakke stukken en de lopende hellingen was het nog mogelijk uit de pijp te komen maar op de steile hellingen moest ik node (andermaal) passen. Op basis van het roadbook had ik mij ingeprent voldoende krachten over te houden voor de laatste helling. Om 10% (en meer) te bedwingen moet ik sowieso een beetje in het rood gaan en dat was niet zo vanzelfsprekend meer. Op een paar kleine klimmetjes, 30km van het einde, dacht ik dat het verstandiger was om de overige drie lotgenoten te laten gaan en mijn eigen tempo aan te houden. Ter hoogte van kilometers 102,5 en 103,8 bevinden er zich twee kort maar zware klimmen. Vanop de top van de tweede klim zag ik mijn eerste achtervolger op de top van de eerste klim. Prachtig beeld. In vogelvlucht een beetje meer dan een halve kilometer, maar meer dan 5 minuten tijdverschil.
. Vandaar geprobeerd rustig af te dalen en zo wat krachten te sparen op weg naar de laatste helling. Uiteindelijk was die niet zo moeilijk als we eerst vreesden. Vergelijk het met de Rue Saint Roch in Houffalize, maar 2 keer zo lang. Na 800km op 6 dagen en 15.000 hoogtemeters voelde hij wel zwaarder aan dan het normaal het geval is. Het was een blij weerzien met mijn zwalpende kamergenoot, net voor de top.
Vandaar nog iets van 10km naar ons laatste hotel, op een kleine tien minuten gevolgd door Geert. Het gevoel van voldoening en opluchting is altijd groot. Enerzijds het gevoel iets zwaar verwezenlijkt te hebben, anderzijds gewoon het feit dat alles goed verlopen was: geen valpartijen of noemenswaardige materiaalpech.
Sunday, 30 June 2013
Arc-en-Ciel, etappe 5: Vescovado - Volterra
Net zoals gisteren opnieuw een prachtige rit. Met als nieuwigheid vandaag dat het heet was. Héél heet. Na een slipper in de eerste afdaling in een poging om aansluiting te krijgen met de twee primussen, besloot ik wijselijk om niet langer aan te dringen en samen met mijn achtervolgers verder te rijden (Fartlekkers Geert & Dries en Bodart Roger). 't Is tot slot van rekening geen wedstrijd. Het liet toe om zich des te meer te vergapen aan de onwaarschijnlijke vergezichten die na elke bocht opdoken.
De rit van vandaag was best wel pittig. Een achttal hellingen zorgden voor ruim 2700 hoogtemeters. Dit keer stuk voor stuk hellingen die aanvaardbare hellingspercentages hadden. Op één helling na. Een hors catégorie van 5km met een gemiddelde helling van 6,5%. Bizar. Op papier zou je denken dat het eerder om een rode klim gaat (in de Arc-en-Ciel zijn er groene, gele, rode en hors-catégorie klimmen). Er zat dus ergens een addertje onder het gras. Bij het naderen werd één en ander duidelijk: een strook van 12% en dan een flauwe afdaling. Vervolgens een opeenvolging van haarspeldbochten die weer telkens tegen de 12% aanliepen. Gelukkig waren de stukken tussen de haarspeldbochten minder steil, maar om ons toch wat te doen afzien, was er voor een héél slecht wegdek gekozen. Maar o zo mooi! Ga zelf maar na (er is een link naar Google Streetview: http://app.strava.com/segments/2191606).
Het was een kwestie van sparen voor de laatste drie hellingen. Leuk als je tot de vaststelling komt dat je hartslag tijdens het afdalen tot 64 zakt (km 73). Da's al een goed teken. Het was ook terug mogelijk om op de steilere hellingen de hartslag terug omhoog te krijgen. Geert en Dries overstegen andermaal zichzelf. Heel knap als je erbij stilstaat dat hun aantal trainingskilometer zich tussen de helft en een derde van mijn afstand bevindt. Om dan nog te zwijgen van het extra gewicht dat Dries meezeult (zijn fiets is niet bepaald licht). Op de finale helling naar Volterra schudde Dries een onwaarschijnlijke demarrage uit zijn benen. Het was maar dankzij zijn halsstarrige weigering om moderne technologie te gebruiken dat hij te remonteren was. Hij had geen idee hoe lang de klim nog zou duren... 't Zal hem leren.
De rit van vandaag was best wel pittig. Een achttal hellingen zorgden voor ruim 2700 hoogtemeters. Dit keer stuk voor stuk hellingen die aanvaardbare hellingspercentages hadden. Op één helling na. Een hors catégorie van 5km met een gemiddelde helling van 6,5%. Bizar. Op papier zou je denken dat het eerder om een rode klim gaat (in de Arc-en-Ciel zijn er groene, gele, rode en hors-catégorie klimmen). Er zat dus ergens een addertje onder het gras. Bij het naderen werd één en ander duidelijk: een strook van 12% en dan een flauwe afdaling. Vervolgens een opeenvolging van haarspeldbochten die weer telkens tegen de 12% aanliepen. Gelukkig waren de stukken tussen de haarspeldbochten minder steil, maar om ons toch wat te doen afzien, was er voor een héél slecht wegdek gekozen. Maar o zo mooi! Ga zelf maar na (er is een link naar Google Streetview: http://app.strava.com/segments/2191606).
Het was een kwestie van sparen voor de laatste drie hellingen. Leuk als je tot de vaststelling komt dat je hartslag tijdens het afdalen tot 64 zakt (km 73). Da's al een goed teken. Het was ook terug mogelijk om op de steilere hellingen de hartslag terug omhoog te krijgen. Geert en Dries overstegen andermaal zichzelf. Heel knap als je erbij stilstaat dat hun aantal trainingskilometer zich tussen de helft en een derde van mijn afstand bevindt. Om dan nog te zwijgen van het extra gewicht dat Dries meezeult (zijn fiets is niet bepaald licht). Op de finale helling naar Volterra schudde Dries een onwaarschijnlijke demarrage uit zijn benen. Het was maar dankzij zijn halsstarrige weigering om moderne technologie te gebruiken dat hij te remonteren was. Hij had geen idee hoe lang de klim nog zou duren... 't Zal hem leren.
Saturday, 29 June 2013
Arc-en-Ciel, etappe 4: Vescovada - Pienza - Vescovada
[tot de parcours-bouwer] - André, de touts les cols que tu m'as déjà servi, celui de hier [Monte Amiata] m'a fait le plus mal.
[doodserieus] - Mon cher Bruno, ça me fait plaisir...
Bovenstaande dialoog is kenmerkend voor het gebrek aan empathie in het milieu van het (zelfs niet-competitief) amateurwielrennen. Een schouderklopje, een opbeurend woordje is ons totaal vreemd. Dat zorgt er dan ook voor dat we, zelfs als een rit er zich dan toch toe leent, die willens nillens grotendeels alleen afleggen. Hoe sterk ben je dan (mentaal) als eenzame fietser? Welke gedachten spoken door het hoofd, uren aan een stuk? Op de steilste hellingen en in de ergste onweders hoor je altijd - daar waar fietsers zijn - steevast mama! weerklinken. Bij de grootste uitdagingen bij het fietsen hier in Toscane hoort ook het node van de wijn afblijven. Bij sommigen blijft wel eens een liedje urenlang in het hoofd spoken. Hier ben je veroordeeld tot het eindeloos herhalen van Montalcino, Montepulcano, Brunello, Chianti. En 's avonds aan tafel leggen we onszelf een bijna onmenselijk regime op van enkel en alleen spuitwater. Overdag afgewisseld met de betere espresso of cappuccino. Maar na een paar dagen leer je ook aan andere dingen denken. En dat leidt ons tot de onwaarschijnlijke schoonheid van de streek waardoor we vandaag zwalpten. Nu, ik ben geen kunsthistoricus en ik heb ze nooit gelezen of gezien, maar ik kan me perfect inbeelden dat de auteurs van zowel Die leiden der jungen Cyclotourist (meesterwerk uit een van de belangrijkste stromingen in de romantisch litteratuur, de Sturm und Dring) als Triumph des Wielen (het wielrennen heeft wel meerdere donkere periodes gekend), misschien wel hier hun inspiratie gevonden hebben. Bon, het zijn dus dergelijke bespiegelingen die men zich maakt op de fiets. De Crete Senesi zijn dus van een ongekende schoonheid. Geen idee of Senesi afgeleid is van het sinusoïdale patroon dat zich in de heuvels aftekent of van de stad Siena die zich hier op een fietstocht afstand vandaan bevindt.
Het toeval wil dat ik hier een achttal maanden geleden ook al eens in de buurt was en er heel hard naar verlangde om een aantal stroken die ik toen met de auto gedaan had, eens met de fiets wou afleggen. Als dat verlangen dan effectief vervuld wordt, is het plezier eens zo groot. André (parcours-bouwer en notoir cynicus) moet zich op de één of andere manier vergist hebben, want deze rit was eigenlijk menselijk. 2000 hoogtemeters is heel schappelijk. En 120km ook. De vrees om na gisteren conditioneel nog verder weg te zinken bleek ongegrond. Integendeel. Een Intensity Factory van 75% over 4 uur (waarbij 100% je maximum vermogen is over 1 uur) is op zich al niet slecht. En als dat aan hartslag 130 is, dan moet je helemaal in de wolken zijn. Soit, de Volga's blonken uit met een gemiddelde van 29 (Bruno) en 28,5 (Dries, Geert).
Morgen wordt weer wat zwaarder, met een aankomst in Volterra. 2700 hoogtemeters, ongeveer, waarvan het zwaartepunt zich rond het einde concentreert...
[doodserieus] - Mon cher Bruno, ça me fait plaisir...
Bovenstaande dialoog is kenmerkend voor het gebrek aan empathie in het milieu van het (zelfs niet-competitief) amateurwielrennen. Een schouderklopje, een opbeurend woordje is ons totaal vreemd. Dat zorgt er dan ook voor dat we, zelfs als een rit er zich dan toch toe leent, die willens nillens grotendeels alleen afleggen. Hoe sterk ben je dan (mentaal) als eenzame fietser? Welke gedachten spoken door het hoofd, uren aan een stuk? Op de steilste hellingen en in de ergste onweders hoor je altijd - daar waar fietsers zijn - steevast mama! weerklinken. Bij de grootste uitdagingen bij het fietsen hier in Toscane hoort ook het node van de wijn afblijven. Bij sommigen blijft wel eens een liedje urenlang in het hoofd spoken. Hier ben je veroordeeld tot het eindeloos herhalen van Montalcino, Montepulcano, Brunello, Chianti. En 's avonds aan tafel leggen we onszelf een bijna onmenselijk regime op van enkel en alleen spuitwater. Overdag afgewisseld met de betere espresso of cappuccino. Maar na een paar dagen leer je ook aan andere dingen denken. En dat leidt ons tot de onwaarschijnlijke schoonheid van de streek waardoor we vandaag zwalpten. Nu, ik ben geen kunsthistoricus en ik heb ze nooit gelezen of gezien, maar ik kan me perfect inbeelden dat de auteurs van zowel Die leiden der jungen Cyclotourist (meesterwerk uit een van de belangrijkste stromingen in de romantisch litteratuur, de Sturm und Dring) als Triumph des Wielen (het wielrennen heeft wel meerdere donkere periodes gekend), misschien wel hier hun inspiratie gevonden hebben. Bon, het zijn dus dergelijke bespiegelingen die men zich maakt op de fiets. De Crete Senesi zijn dus van een ongekende schoonheid. Geen idee of Senesi afgeleid is van het sinusoïdale patroon dat zich in de heuvels aftekent of van de stad Siena die zich hier op een fietstocht afstand vandaan bevindt.
Het toeval wil dat ik hier een achttal maanden geleden ook al eens in de buurt was en er heel hard naar verlangde om een aantal stroken die ik toen met de auto gedaan had, eens met de fiets wou afleggen. Als dat verlangen dan effectief vervuld wordt, is het plezier eens zo groot. André (parcours-bouwer en notoir cynicus) moet zich op de één of andere manier vergist hebben, want deze rit was eigenlijk menselijk. 2000 hoogtemeters is heel schappelijk. En 120km ook. De vrees om na gisteren conditioneel nog verder weg te zinken bleek ongegrond. Integendeel. Een Intensity Factory van 75% over 4 uur (waarbij 100% je maximum vermogen is over 1 uur) is op zich al niet slecht. En als dat aan hartslag 130 is, dan moet je helemaal in de wolken zijn. Soit, de Volga's blonken uit met een gemiddelde van 29 (Bruno) en 28,5 (Dries, Geert).
Morgen wordt weer wat zwaarder, met een aankomst in Volterra. 2700 hoogtemeters, ongeveer, waarvan het zwaartepunt zich rond het einde concentreert...
Friday, 28 June 2013
Arc-en-Ciel, etappe 3: Vescovado - Roccastrada - Vescovado
125km en 2800 hoogtemeters. Allemaal "korte" klimmetjes. Dat "kort" slaat op de afstand. Niet over de tijd die nodig was om ze te overwinnen.
Houffalize in Toscane
Gisterenavond hadden we al in de verte een bevestiging gekregen van het vermoeden dat het hier kan onweren. Vandaag zaten we er midden in. Gietende regen maar niet te koud. Het maakte de talrijke steile afdalingen nog gevaarlijker dan dat ze bij droog weer zijn.
Het was een soort van Ardennenetappe. Het hoogste punt lag rond de 600m en het laagste rond de 150. En voor de rest veel kleine wegeltjes met percentages in het genre van La Redoute, Côte de Chambralles, Roche à Frêsnes, de Stockeu en de Triple Mur de Monty. In totaal 2800 hoogtemeters over 125km. In de Ardennen moet je al heksentoeren uithalen om zoveel hoogtemeters te kunnen concentreren op zulk een korte afstand omdat je onvermijdelijk een paar keer door de valei zou moeten rijden. Maar er zijn natuurlijk ook verschillen: de dorpen hier zijn onwaarschijnlijk knap en zien er waarschijnlijk nog krak hetzelfde uit als een paar eeuwen geleden.
De prestaties
Net zoals de eerste dag kon ik strijden voor de tweede plaats. Maar dit keer van langs achter te beginnen. Alle energie is weg en het is zoeken naar elk beetje vermogen. Gewoon al de hartslag boven de 130 krijgen vergt veel moeite, daar waar het anders niet veel gevraagd is om tot hartslag 166 te gaan (ongeveer mijn omslagpunt). Het vermogen bij hartslag 130 ligt natuurlijk een pak lager dan dat bij hartslag 166. Op hellingen van 15% is dat behoorlijk problematisch. Dat je je hartslag niet meer omhoog krijgt wijst op grote vermoeidheid. Normaal gezien moet je dan pakweg een week rusten om terug op je normale peil te geraken. Hier lukt dat natuurlijk niet. Het wordt afzien, de komende drie dagen.
Dries en Geert manifesteren zich intussen als volleerde ronderenners. Dries is goed hersteld van zijn dreuntje van gisteren en bij Geert is er nog een schepje energie bijgekomen. Het was lang geleden dat ik zo lang hun achterwiel gezien had...
Houffalize in Toscane
Gisterenavond hadden we al in de verte een bevestiging gekregen van het vermoeden dat het hier kan onweren. Vandaag zaten we er midden in. Gietende regen maar niet te koud. Het maakte de talrijke steile afdalingen nog gevaarlijker dan dat ze bij droog weer zijn.
Het was een soort van Ardennenetappe. Het hoogste punt lag rond de 600m en het laagste rond de 150. En voor de rest veel kleine wegeltjes met percentages in het genre van La Redoute, Côte de Chambralles, Roche à Frêsnes, de Stockeu en de Triple Mur de Monty. In totaal 2800 hoogtemeters over 125km. In de Ardennen moet je al heksentoeren uithalen om zoveel hoogtemeters te kunnen concentreren op zulk een korte afstand omdat je onvermijdelijk een paar keer door de valei zou moeten rijden. Maar er zijn natuurlijk ook verschillen: de dorpen hier zijn onwaarschijnlijk knap en zien er waarschijnlijk nog krak hetzelfde uit als een paar eeuwen geleden.
De prestaties
Net zoals de eerste dag kon ik strijden voor de tweede plaats. Maar dit keer van langs achter te beginnen. Alle energie is weg en het is zoeken naar elk beetje vermogen. Gewoon al de hartslag boven de 130 krijgen vergt veel moeite, daar waar het anders niet veel gevraagd is om tot hartslag 166 te gaan (ongeveer mijn omslagpunt). Het vermogen bij hartslag 130 ligt natuurlijk een pak lager dan dat bij hartslag 166. Op hellingen van 15% is dat behoorlijk problematisch. Dat je je hartslag niet meer omhoog krijgt wijst op grote vermoeidheid. Normaal gezien moet je dan pakweg een week rusten om terug op je normale peil te geraken. Hier lukt dat natuurlijk niet. Het wordt afzien, de komende drie dagen.
Dries en Geert manifesteren zich intussen als volleerde ronderenners. Dries is goed hersteld van zijn dreuntje van gisteren en bij Geert is er nog een schepje energie bijgekomen. Het was lang geleden dat ik zo lang hun achterwiel gezien had...
Thursday, 27 June 2013
Arc-en-Ciel, etappe 2: Vescovado - M. Amiata - Vescovado
Rit 2 was niets meer dan een bezoekje aan de Monte Amiata langs Montalcino. 143km en 3250hms.
Amiata
De Monte Amiata is een monster. De Ventoux, Cols de Couillole, Turini, Lombard, St. Martin, ja zelfs de Bruine Put: allemaal verdwijnen ze in het niet... De naakte cijfers doen er niet toe. Wat telt is het gevoel dat je ervaart als je er probeert op te rijden. Van op een afstand zie je een mooi afgelijnde bergtop. Maar van zodra je vermoedt aan zijn voet te staan, heb je er geen idee van waar die top nu ligt. Dat doet zich wel vaker voor, maar hier was het veel flagranter. Van de voet tot de top zit je heel de tijd tussen de bomen. En dan het wegdek... Wie heeft dat fabeltje van biljartvlakke Toscaanse tarmac uitgevonden? Daarvoor moet je op de autosnelweg zijn, en dan nog...
Bon, het traject was goed uitgepijld. Dat helpt. Maar het hoogteprofiel was verschrikkelijk. De Ventoux is misschien steil en lang, maar er zit tenminste een beetje regelmaat in. Eenmaal je een ritme en tempo gevonden hebt, ben je vertrokken en weet je algauw wanneer je aan de top bent. Niet zo dus op onze col van vandaag. Niks van regelmaat. Constant schipperen van 4 naar 10 naar 6, terug naar 3 procent, enz... Als je constant moet schakelen, verlies je telkens het tempo en verlies je en plus energie om telkens terug te moeten accelereren. Op de bordjes "1000 l.m.s" en "1200 l.m.s." na, was er nergens een indicatie van hoe ver rijden het was naar de top. Gelukkig wist ik dat de top op ongeveer 1650m lag. Je kreeg het gevoel aan een eindeloze klim bezig te zijn die verdomme véél pijn deed.
Verval
Zoals te verwachten na de overdreven inspanning van gisteren, was het laagje vet op de soep vandaag al een pak dunner. De eerste tekenen van verval dienden zich aan. Het geleverde vermogen op elk van de hellingen lag systematisch 10 tot 20% lager dan gisteren en de hartslag omhoog krijgen zat er ook al helemaal niet meer in. Terwijl gisteren meer tijd in de vermogenszone "Tempo" doorgebracht werd dan in "Endurance", was dat vandaag omgekeerd. Op zich is dat niet zo erg, maar dat was geen kwestie van gezond te doseren, maar eerder van niet beter kunnen. Vreemd was het dan dat de Intensity Factor vandaag op 71% lag, terwijl dat gisteren 75% was. Ik had mij aan een grotere terugval verwacht... Het was een troost dat de primus (een paar edities geleden ongeveer 100ste in de Marmotte) uit de groep vandaag een gemiddelde haalde van 26km/u, terwijl hij gisteren nog aan 29 kwam... Fartlekker Geert leverde een glansprestatie af, terwijl Dries na een veelbelovende start toch nog een dreuntje kreeg op de Mt. Amiata.
Amiata
De Monte Amiata is een monster. De Ventoux, Cols de Couillole, Turini, Lombard, St. Martin, ja zelfs de Bruine Put: allemaal verdwijnen ze in het niet... De naakte cijfers doen er niet toe. Wat telt is het gevoel dat je ervaart als je er probeert op te rijden. Van op een afstand zie je een mooi afgelijnde bergtop. Maar van zodra je vermoedt aan zijn voet te staan, heb je er geen idee van waar die top nu ligt. Dat doet zich wel vaker voor, maar hier was het veel flagranter. Van de voet tot de top zit je heel de tijd tussen de bomen. En dan het wegdek... Wie heeft dat fabeltje van biljartvlakke Toscaanse tarmac uitgevonden? Daarvoor moet je op de autosnelweg zijn, en dan nog...
Bon, het traject was goed uitgepijld. Dat helpt. Maar het hoogteprofiel was verschrikkelijk. De Ventoux is misschien steil en lang, maar er zit tenminste een beetje regelmaat in. Eenmaal je een ritme en tempo gevonden hebt, ben je vertrokken en weet je algauw wanneer je aan de top bent. Niet zo dus op onze col van vandaag. Niks van regelmaat. Constant schipperen van 4 naar 10 naar 6, terug naar 3 procent, enz... Als je constant moet schakelen, verlies je telkens het tempo en verlies je en plus energie om telkens terug te moeten accelereren. Op de bordjes "1000 l.m.s" en "1200 l.m.s." na, was er nergens een indicatie van hoe ver rijden het was naar de top. Gelukkig wist ik dat de top op ongeveer 1650m lag. Je kreeg het gevoel aan een eindeloze klim bezig te zijn die verdomme véél pijn deed.
Verval
Zoals te verwachten na de overdreven inspanning van gisteren, was het laagje vet op de soep vandaag al een pak dunner. De eerste tekenen van verval dienden zich aan. Het geleverde vermogen op elk van de hellingen lag systematisch 10 tot 20% lager dan gisteren en de hartslag omhoog krijgen zat er ook al helemaal niet meer in. Terwijl gisteren meer tijd in de vermogenszone "Tempo" doorgebracht werd dan in "Endurance", was dat vandaag omgekeerd. Op zich is dat niet zo erg, maar dat was geen kwestie van gezond te doseren, maar eerder van niet beter kunnen. Vreemd was het dan dat de Intensity Factor vandaag op 71% lag, terwijl dat gisteren 75% was. Ik had mij aan een grotere terugval verwacht... Het was een troost dat de primus (een paar edities geleden ongeveer 100ste in de Marmotte) uit de groep vandaag een gemiddelde haalde van 26km/u, terwijl hij gisteren nog aan 29 kwam... Fartlekker Geert leverde een glansprestatie af, terwijl Dries na een veelbelovende start toch nog een dreuntje kreeg op de Mt. Amiata.
Wednesday, 26 June 2013
Arc-en-Ciel, etappe 1: Sambuca - Vescavado di Murlo (142km/3000hms)
Vertrek was vanuit het randje van de Chianti en dan kronkelend naar het zuiden. De drukte op de wegen was best OK. De kwaliteit van de wegen ook. We hadden erger verwacht. De verandering van het landschap was treffend. Aanvankelijk veel nijdige klimmen, veel bossen. Rotsachtig. Naast de steile korte klimmen die fameus pijn deden, waren er een tweetal serieuze klimmetjes die ons tot 550 en 750m hoogte brachten. Gaandeweg werd het landschap meer glooiend of vlak. Daar had de wind ook vrij spel. Vandaag was dat in ons voordeel. Zonder echte cols te hebben moeten oprijden en met een groot aantal vlakke stukken, zijn we toch aan 3000 hoogtemeters geraakt. Bizar.
Eerste 23km waren verschrikkelijk zwaar. Dat is niet direct af te lijden uit de hoogteprofielen (zie strava, hierboven). Na 82 km waren er al 2200 hoogtemeters afgemaald. Da's niet echt van mijn gewoonte.
Met 10 deelnemers aan het sportieve luik, wordt het moeilijk om in een peletonnetje te rijden. Dries en Geert mogen dan ook als helden omschreven worden als je erbij stilstaat dat ze de kalvarietocht van vandaag telkens in hun eentje afgelegd hebben (slim van hen om niet bij elkaar te blijven). Dries' blunder van de dag was dit keer het missen van een ravitaillement. 't Zal hem leren om per se alleen te rijden. Maar anderzijds blijft hij zo tenminste de Fartlek-traditie trouw. Aan de aankomst waren het trouwens allemaal eenzaten die de streep over strompelden.
Van het voornemen om vandaag niet boven de 270 Watt te gaan en onder hartslag 144 te blijven, kwam overigens ook niet veel in huis. En dan is er dat nieuwe persoonlijk record van 1250 Watt. Vreemd genoeg gebeurde dat in een afdaling bij het inhalen van een auto (2u42 ver in de rit).
Hopelijk zijn mijn beste pijlen nog niet verschoten...
Eerste 23km waren verschrikkelijk zwaar. Dat is niet direct af te lijden uit de hoogteprofielen (zie strava, hierboven). Na 82 km waren er al 2200 hoogtemeters afgemaald. Da's niet echt van mijn gewoonte.
Met 10 deelnemers aan het sportieve luik, wordt het moeilijk om in een peletonnetje te rijden. Dries en Geert mogen dan ook als helden omschreven worden als je erbij stilstaat dat ze de kalvarietocht van vandaag telkens in hun eentje afgelegd hebben (slim van hen om niet bij elkaar te blijven). Dries' blunder van de dag was dit keer het missen van een ravitaillement. 't Zal hem leren om per se alleen te rijden. Maar anderzijds blijft hij zo tenminste de Fartlek-traditie trouw. Aan de aankomst waren het trouwens allemaal eenzaten die de streep over strompelden.
Van het voornemen om vandaag niet boven de 270 Watt te gaan en onder hartslag 144 te blijven, kwam overigens ook niet veel in huis. En dan is er dat nieuwe persoonlijk record van 1250 Watt. Vreemd genoeg gebeurde dat in een afdaling bij het inhalen van een auto (2u42 ver in de rit).
Hopelijk zijn mijn beste pijlen nog niet verschoten...
Tuesday, 25 June 2013
Arc-en-Ciel, proloog
Een bescheiden delegatie deze keer. Verleden jaar waren ruim een half dozijn Fartlekkers van de partij op de Arc-en-Ciel, nu slechts 3. De Franse Alpen hebben plaats geruimd voor Toscane. 15.000 hoogtemeters en iets van 800 kilometer, gespreid over 6 dagen. Da's toch al een kwart minder dan vorige keer. Nog een verandering is dat er deze week slechts 10 renners zich wagen aan het sportieve parcours (verleden jaar waren dat er een stuk of 30).
De voorbereiding was alvast OK: 5003 km in de benen, en dat ondanks een fameus tegenwerkende winter en lente. De conditie die verleden jaar opgebouwd was in de Arc-en-Ciel is niet teveel verwaterd tijdens de winter en zou nu wat hoger moeten liggen dan dezelfde periode verleden jaar. Niet alleen dankzij het doorfietsen in de winter, maar eveneens door het gebruik van een vermogensmeter. Het helpt om veel doelgerichter te trainen.
En wat zou het kunnen worden? Uitrijden op zich is altijd al een prestatie en schept voldoening. Maar de hoogtemeters hier zijn van een ander kaliber. In de Alpen ga je op één dag hoogstens 2 of 3 cols beklimmen en in principe heb je al na een kilometer een tempo gevonden waarvan je weet dat je het onder controle hebt. Hier in Toscane zullen we dagelijks gemiddeld 2500 hoogtemeters voorgeschoteld krijgen, verspreid over een 20-tal hellingen. En telkens loop je het risico er met teveel enthousiasme in te vliegen. Tijdens meerdaagse fietsinspanningen moet je te allen prijze vermijden om boven je threshold power te gaan. Zoniet zul je daags nadien dubbel en dik de rekening gepresenteerd krijgen. De kunst bestaat er dus in om vlak onder je threshold power te blijven. En dat zal dus de kunst worden: hellingen oprijden en onder de 340 Watt blijven.
De eerste koffies en pasta op Italiaanse bodem zijn al achter de kiezen. Morgen vliegen we erin. Hopelijk blijft de aangekondigde regen achterwege...
De voorbereiding was alvast OK: 5003 km in de benen, en dat ondanks een fameus tegenwerkende winter en lente. De conditie die verleden jaar opgebouwd was in de Arc-en-Ciel is niet teveel verwaterd tijdens de winter en zou nu wat hoger moeten liggen dan dezelfde periode verleden jaar. Niet alleen dankzij het doorfietsen in de winter, maar eveneens door het gebruik van een vermogensmeter. Het helpt om veel doelgerichter te trainen.
En wat zou het kunnen worden? Uitrijden op zich is altijd al een prestatie en schept voldoening. Maar de hoogtemeters hier zijn van een ander kaliber. In de Alpen ga je op één dag hoogstens 2 of 3 cols beklimmen en in principe heb je al na een kilometer een tempo gevonden waarvan je weet dat je het onder controle hebt. Hier in Toscane zullen we dagelijks gemiddeld 2500 hoogtemeters voorgeschoteld krijgen, verspreid over een 20-tal hellingen. En telkens loop je het risico er met teveel enthousiasme in te vliegen. Tijdens meerdaagse fietsinspanningen moet je te allen prijze vermijden om boven je threshold power te gaan. Zoniet zul je daags nadien dubbel en dik de rekening gepresenteerd krijgen. De kunst bestaat er dus in om vlak onder je threshold power te blijven. En dat zal dus de kunst worden: hellingen oprijden en onder de 340 Watt blijven.
De eerste koffies en pasta op Italiaanse bodem zijn al achter de kiezen. Morgen vliegen we erin. Hopelijk blijft de aangekondigde regen achterwege...
Thursday, 2 May 2013
sissies-time
Voilà. Alweer een voorjaar achter de rug. Een weergaloos voorjaar. Met underdogs (Stijn Vandenbergh, Van Avermaet, Van Marcke), twee protagonisten en een halfgod die alweer van zijn voetstuk valt (PG) terwijl onze lokale hel (TB) traditiegetrouw tenonder gaat aan zijn chronische epilepsie - jammer. Een arrogante bad guy (PS) en een mister nice guy (FC). Het werd dees keer nog meer dan andere jaren duidelijk dat het mooie wielrennen zich in het voorjaar afspeelt. Man tegen man. Pure power. Vechten tegen weer en wind (Milaan - San Remo), tegen kasseien (Paterberg, Roubaix), tegen één tegenstander (Cancellara - Van Marcke, Cancellara - Sagan, Vandenbergh - Paolini). Het onwaarschijnlijke talent van een arrogante snotneus - we moeten teruggaan tot Jan Ullrich om nog zo een klasbak terug te vinden - kon slechts gefnuikt worden door de zuivere klasse van een Zwitser die zich out als de ideale schoonzoon die - mediagewijs - uitblinkt door een niet te evenaren behaagzucht.
De Brabantse Pijl was nog een scharniermoment. Maar met de Amstel en de Luik - Bastenaken - Luik breekt het wielrennen met de norm. 't Is nu aan de welters. Wielrenners waarvan je denkt dat ze zonet nog op de catwalk van Lagerfeld stonden. Een pathologische BMI. Anorexia. De betere Vlaamse elite zonder contract rijdt ze op een winderige dag uit het wiel. Na een Kuurne-Brussel-Kuurne worden ze steevast met een longontsteking opgenomen in het ziekenhuis - voor zover ze het overleven. Als alternatief voor een stage trampoline-springen kunnen ze evengoed over de Carrefour de l'Arbre rijden. Maar face it: nu pas worden de grenzen verlegd. Deze kabouters en magerzuchtigen leveren 6 - 6,5 Watt per kg. Ze merken het verschil niet tussen wind tegen en bergop rijden. Hun remmen hebben ze niet alleen bergaf nodig, maar evenzeer bergop. Pantani moest destijds remmen in de bochten wanneer hij Alpe d'Huez opreed. De spanning zal alweer verdwijnen... Een nobele mister nobody - Virenque schiet me spontaan te binnen - zal her en der het bergklassement binnenrijven. De SRM zal aangeven tot wanneer een aantal kabouters een beetje mogen accelereren op de cols buiten categorie alvorens een Froome, Wiggins of Evans (of toch de gast die de hoogste wattage/kg produceert) op 12 minuten van de finnish zal demarreren en die vermetele kabouters gecontroleerd zal kloppen of een cadeautje gunnen.
Een sprintbommetje dat hoogstens 100 meter kop kan rijden zal ter afwisseling hier een daar een ritje binnenrijven voor zover er in de laatste 20km geen Charly des Bois, Bruine Put of Trompstraat voorgeschoteld werd...
Hoedanook: de Giro staat voor de deur. Laat die TdF maar komen. En de Vuelta zullen we ook nog wel kunnen verteren.
De Brabantse Pijl was nog een scharniermoment. Maar met de Amstel en de Luik - Bastenaken - Luik breekt het wielrennen met de norm. 't Is nu aan de welters. Wielrenners waarvan je denkt dat ze zonet nog op de catwalk van Lagerfeld stonden. Een pathologische BMI. Anorexia. De betere Vlaamse elite zonder contract rijdt ze op een winderige dag uit het wiel. Na een Kuurne-Brussel-Kuurne worden ze steevast met een longontsteking opgenomen in het ziekenhuis - voor zover ze het overleven. Als alternatief voor een stage trampoline-springen kunnen ze evengoed over de Carrefour de l'Arbre rijden. Maar face it: nu pas worden de grenzen verlegd. Deze kabouters en magerzuchtigen leveren 6 - 6,5 Watt per kg. Ze merken het verschil niet tussen wind tegen en bergop rijden. Hun remmen hebben ze niet alleen bergaf nodig, maar evenzeer bergop. Pantani moest destijds remmen in de bochten wanneer hij Alpe d'Huez opreed. De spanning zal alweer verdwijnen... Een nobele mister nobody - Virenque schiet me spontaan te binnen - zal her en der het bergklassement binnenrijven. De SRM zal aangeven tot wanneer een aantal kabouters een beetje mogen accelereren op de cols buiten categorie alvorens een Froome, Wiggins of Evans (of toch de gast die de hoogste wattage/kg produceert) op 12 minuten van de finnish zal demarreren en die vermetele kabouters gecontroleerd zal kloppen of een cadeautje gunnen.
Een sprintbommetje dat hoogstens 100 meter kop kan rijden zal ter afwisseling hier een daar een ritje binnenrijven voor zover er in de laatste 20km geen Charly des Bois, Bruine Put of Trompstraat voorgeschoteld werd...
Hoedanook: de Giro staat voor de deur. Laat die TdF maar komen. En de Vuelta zullen we ook nog wel kunnen verteren.
Wednesday, 6 March 2013
Kader vs. wielen
Er wordt wel heel veel poespas verteld over kaders: double-, triple butted; oversized tubes; vlascarbon alhier, titanium alginder; versterkte bottom-brackets; fijne seatstays; tapered headtubes;... Er wordt nogal wat over geleuterd. En terecht. Ingenieurs kunnen misschien wel beamen dat een kader kan beschouwd worden als een almost rigid body (laten we de vork even buiten beschouwing) waarop een aantal krachten inwerken: via de trapas (vnl. lateraal, veronderstel ik), het gewicht van de rijder op het zadel, verticale (of toch minstens transversaal) impact op voor- en achterwiel en ook nog laterale impact via het stuur (wanneer de rijder hevig trekt aan zijn stuur) waardoor er een torsie ontstaat van het kader. Er wordt - me dunkt - naar gestreefd om dat kader lateraal zo stijf mogelijk te maken (die torsie minimaal te houden), terwijl verticale impacten wel mogen gedempt worden omdat het fietsen anders tè oncomfortabel wordt.
Soit, er kan veel gezegd worden over kaders en dat gebeurt ook.
Maar hoe je het ook draait of keert (pun not intended), nogal een groot stuk van die krachten worden overgedragen op wielen. En aan wielen wordt wel véél minder aandacht besteed. Toch bizar, als je erbij stilstaat: 20 of 30 flinterdunne latjes of staafjes aluminium (of ijzer?) en een carbon of alumunium hoepel die we for granted nemen, en waar we ons weinig vragen bij stellen. In die mate dat je je kunt afvragen of het wel nut heeft om een superstijf kader te hebben als de winst die je daar boekt in het niet verdwijnt door de flex die in de wielen zit. Je moet echt wel diep gaan graven of ver gaan zoeken alvorens je de kwaliteiten van het ene wiel kunt vergelijken met die van een ander.
Soit, er kan veel gezegd worden over kaders en dat gebeurt ook.
Maar hoe je het ook draait of keert (pun not intended), nogal een groot stuk van die krachten worden overgedragen op wielen. En aan wielen wordt wel véél minder aandacht besteed. Toch bizar, als je erbij stilstaat: 20 of 30 flinterdunne latjes of staafjes aluminium (of ijzer?) en een carbon of alumunium hoepel die we for granted nemen, en waar we ons weinig vragen bij stellen. In die mate dat je je kunt afvragen of het wel nut heeft om een superstijf kader te hebben als de winst die je daar boekt in het niet verdwijnt door de flex die in de wielen zit. Je moet echt wel diep gaan graven of ver gaan zoeken alvorens je de kwaliteiten van het ene wiel kunt vergelijken met die van een ander.
Wednesday, 20 February 2013
Fraaie opkomst
Afgelopen weekend: een mooie opkomst om een verschrikkelijke winter te vergeten...
En naar aloude traditie zijn we - three punctures later - volledig versplinterd teruggekeerd...
En naar aloude traditie zijn we - three punctures later - volledig versplinterd teruggekeerd...
Volle GAS in Ronde van Vlaanderen voor wielertoeristen
BRUSSEL 20/02 (BELGA) = Organisator Golazo Sports zal tijdens de Ronde van Vlaanderen voor wielertoeristen enkele cruciale stroken afsluiten en voorbehouden aan betalende deelnemers. Dat meldt Het Laatste Nieuws woensdag.
Om het aantal renners op de openbare weg te beperken tot 16.000 zal op 30 maart zelfs een tijdelijk GAS-reglement uitgevaardigd worden, dat zwartrijders moet tegenhouden. "Alleen zo kan het comfort van de wielertoeristen worden gegarandeerd", zegt organisator Christophe Impens.
"De voorbije jaren waren er heel wat zwartrijders en we vrezen dat dit aantal nog zal toenemen door de limiet van 16.000 deelnemers", aldus Impens.
Welke hellingen en punten precies worden afgesloten, wil Impens nog niet kwijt. Klassiekers als de Koppenberg, de Paterberg en de Oude Kwaremont zullen daar ongetwijfeld bij horen. "De afgesloten stroken zullen op 5 maart kenbaar gemaakt worden tijdens een persmoment", vervolgt Impens. "Pas dan zal verteld worden hoe de controle precies gebeuren, welke boetes zwartrijders riskeren en hoe de inwoners zich kunnen verplaatsen."
De burgemeesters van Oudenaarde en Kluisbergen zijn blij met de maatregel. Dit is de enige manier om het evenement in de hand te houden", zegt burgemeester Philippe Willequet (Gemeentebelangen) van Kluisbergen. GEL/NAJ/
Het spreekt voor zich dat de Ronde van Vlaanderen voor wielertoeristen
uit zijn voegen aan het barsten is met alle gevolgen van dien voor de
deelnemers en niet in het minst de bewoners langs sommige delen van het
parcours. In die mate dat de grootste moeilijkheid hem niet meer zozeer
in de kasseien, de hellingen, de weersomstandigheden of de afstand zit,
maar veeleer in de veel te grote concentratie deelnemers. Gelukkig zijn
er bijna 360 dagen per jaar dat de liefhebber kan genieten van
trajecten en de symbolen van de Vlaamse wielerklassiekers. Als actieve
wielerliefhebber zou ik de boodschap willen meegeven: vermijd de
Koppenberg, Paterberg, Oude Kwaremont en de andere flessenhalzen tijdens
de Ronde van Vlaanderen voor wielertoeristen. Geniet ervan op een
andere dag. Een week voordien, een week nadien. In de zomer, in de
winter desnoods. Je kunt er eens zoveel van genieten.
Zonder veel details te kennen maak ik mij toch de bedenking dat het grotesk is dat een privé-organisatie erin slaagt om te verkrijgen dat gemeentes GAS-boetes mogen uitschrijven om haar winst te maximaliseren. Het gaat tot slot over een evenement in de openbare ruimte. Het is gebruikelijk dat bij elke georganiseerde toertocht deelnemingsgeld betaald wordt om te kunnen genieten van een verzekering, technische bijstand en een bevoorrading onderweg. Niets belet een fietser om diezelfde dag hetzelfde traject of een stuk ervan af te leggen zonder deelnemingsgeld te betalen. Dan heb je geen recht op die verzekering, technische bijstand en bevoorrading onderweg. Daar is helemaal geen probleem mee. Het getuigt al van een zekere vooringenomenheid om die mensen als "zwartrijder" te omschrijven.
Maar we mogen niet naïef zijn. Golazo is geen vzw. Als het zich stort op de Ronde van Vlaanderen is dat om winst te maken. En liefst zoveel mogelijk winst. Dus zoveel mogelijk deelnemers door die flessenhalzen proppen. Het eventueel aanwenden van GAS-boetes laat in het beste geval toe om de winst te maximaliseren. Als het comfort van de deelnemers moet gegarandeerd worden en de overlast voor de buurtbewoners teruggeschroefd moet worden, dan ga je geen GAS-boetes uitschrijven, maar ga je het aantal inschrijvingen significant doen zakken. Er bestaat een hele problematiek over het al dan niet lichtzinnig omspringen met GAS-boetes. Dit lijkt mij een dergelijk geval. Maar de kritiek zou eerder moeten komen vanuit bekommernis rond burgerrechten. Mij hoor je niet zeggen dat Golazo den baarlijken duivel is in het landschap van georganiseerde toertochten. Maar was ik hen, zou ik me toch distaniëren van dit initiatief (te zeggen, het eventueel aanwenden van GAS-boetes).
Naschrift: volgens een update in de Standaard (aanvankelijk hadden ze het er wel expliciet over) houdt het "GAS-reglement" NIET in dat er GAS-boetes zouden uitgeschreven worden. Bovenstaande kritiek komt dus op losse schroeven te staan...
Zonder veel details te kennen maak ik mij toch de bedenking dat het grotesk is dat een privé-organisatie erin slaagt om te verkrijgen dat gemeentes GAS-boetes mogen uitschrijven om haar winst te maximaliseren. Het gaat tot slot over een evenement in de openbare ruimte. Het is gebruikelijk dat bij elke georganiseerde toertocht deelnemingsgeld betaald wordt om te kunnen genieten van een verzekering, technische bijstand en een bevoorrading onderweg. Niets belet een fietser om diezelfde dag hetzelfde traject of een stuk ervan af te leggen zonder deelnemingsgeld te betalen. Dan heb je geen recht op die verzekering, technische bijstand en bevoorrading onderweg. Daar is helemaal geen probleem mee. Het getuigt al van een zekere vooringenomenheid om die mensen als "zwartrijder" te omschrijven.
Maar we mogen niet naïef zijn. Golazo is geen vzw. Als het zich stort op de Ronde van Vlaanderen is dat om winst te maken. En liefst zoveel mogelijk winst. Dus zoveel mogelijk deelnemers door die flessenhalzen proppen. Het eventueel aanwenden van GAS-boetes laat in het beste geval toe om de winst te maximaliseren. Als het comfort van de deelnemers moet gegarandeerd worden en de overlast voor de buurtbewoners teruggeschroefd moet worden, dan ga je geen GAS-boetes uitschrijven, maar ga je het aantal inschrijvingen significant doen zakken. Er bestaat een hele problematiek over het al dan niet lichtzinnig omspringen met GAS-boetes. Dit lijkt mij een dergelijk geval. Maar de kritiek zou eerder moeten komen vanuit bekommernis rond burgerrechten. Mij hoor je niet zeggen dat Golazo den baarlijken duivel is in het landschap van georganiseerde toertochten. Maar was ik hen, zou ik me toch distaniëren van dit initiatief (te zeggen, het eventueel aanwenden van GAS-boetes).
Naschrift: volgens een update in de Standaard (aanvankelijk hadden ze het er wel expliciet over) houdt het "GAS-reglement" NIET in dat er GAS-boetes zouden uitgeschreven worden. Bovenstaande kritiek komt dus op losse schroeven te staan...
Subscribe to:
Posts (Atom)