GS Fartlek / Driven by Volga, is a group of people who cycle, but not only for fun. And it's not just a team either. Want to join us? Please be welcome. We meet every Sunday at 08:30 in Barbeton near the end of rue A. Dansaertstraat (Brussels). Contact us via gs.fartlek@gmail.com

When you see a flash of white and gold passing… that’s us in our team colours, courtesy of Volga.

Friday 29 June 2012

De knikkers

De Twijfel

Halverwege het jaar wordt om de knikkers gestreden. Hetzij het Belgisch Kampioenschap (zondag 24 juni), hetzij de Tour de France (de week erop) of - voor een aantal onder ons - de Arc-en-Ciel. Het is niet altijd de beste die wint. Neem nu dat Belgisch Kampioenschap. Wie was de beste renner van de laaste twee maanden? Peter Sagan. Wie wint het BK? Niet Sagan, maar Boonen. Maar dat terzijde.

Terug naar de Arc-en-Ciel... De zenuwen spelen op. Genoeg kilometers in de benen? Zijn die 20.000 hoogtemeters echt niet te veel? Genoeg hoogtemeters in de benen? Is er genoeg wintervet afgegaan? Zal er niet teveel gebabbeld worden? Heeft dien anderen niet meer getraind dan ik? Is mijn piek niet achter de rug?).

Er is een sterke parallel tussen alpijns skieën en het echte fietsen. Ze vallen samen in de ruimte maar verschillen ongeveer 6 maanden in de tijd. De Col de l'Iseran (Val d'Isère), l'Alpe d'Huez, Markstein (niet zo ver van de Schlucht en de Platzerwaezel): ze mogen er wezen tijdens de winter, maar evenzeer tijdens de zomer. Op kerstdag 2010 lag er ongeveer 70cm sneeuw in de Hoge Venen. Het was bijna hallucinant om in Lierneux, in de schaduw van de Baraque Fraiture, een paar rode pistes te kunnen afskieën. Alpijns skieën in de Ardennen: soms kan het. Isola2000 was tot op heden niet aan mij besteed. Komende week zullen we er een paar keer langs rijden. Kijken wat dat geeft in de zomer en misschien eens in de winter terugkeren.

Spartelen in de Ardennen

In een laatste stuiptrekking proberen we nog amechtig (Michel Wuyts is de enige ter wereld die dat woord de afgelopen 10 jaar gebruikt heeft, en dus mag dat in een wielercontext niet ontbreken) een paar duizend hoogtemeters erdoor te jagen. Nog wat aan hoge hartslag rijden. Echt veel zoden zal dat weliswaar niet meer aan de dijk brengen. Een Stockeutje, een côtelette de Wanne, côtelette Saint Roch of de Colette de Haussire: 't is eerder om onszelf wat moed in te pompen. Want wat leert een dergelijke rit? Dat je hier en daar wat kracht kunt ontwikkelen, zolang het niet langer dan 5 minuten duurt (Stockeu). En wanneer de inspanning dan toch 15 minuten duurt is je geleverde vermogen al bijna een kwart lager (Haussire). La Philippe Gilbert toonde aan dat als je éénmaal in het rood gaat, je dat nadien dubbel en dik terugbetaalt. Anderzijds toch een geruststellend gedachte dat je als amateur toch gedurende 7 uur gemiddeld 200 watt kunt produceren - dank u, Strava. Leerijk, leuk en mooi, die Sébastien Rosseler van afgelopen weekend in Lierneux. Met dank aan Farbizio, Otto, Dries en de organisatie van Lienne Cyclo. Inderdaad: skieën en fietsen, één strijd.

Lagere Wiskunde

Neem nu een doorsnee rit van de Arc-en-Ciel. Die is ongeveer 135km lang en telt ongeveer 3350 hoogtemeters. Elke rit is ongeveer 40% klimmen, 40% dalen en 20% vlak. De 3350 hoogtemeters moeten dus overwonnen worden over een afstand van 54km hetgeen een gemiddeld hellingspercentage betekent van ongeveer 6%. M.a.w.: 13 keer een Col de Haussire afleggen... De Ventoux deed ik ooit aan een VAM (da's het enige van Dr. Ferrari dat ik gebruik) van 750Vm/h. Vijf uur zou dus haalbaar moeten zijn om die 3350 hoogtemeters af te leggen. Die 54km dalen leg je af in een uur, net zoals 27km vlak. Onderweg stop je in totaal een klein uurtje en je gemiddelde rit duurt dus ongeveer 8 uur. Als je 's ochtends vertrekt rond 9u, dan zit je dus met een probleem: je haalt slechts ternauwernood de arrivé van de rit uit de Tour... Dju.

Verleden jaar haalden we gemiddeld 21km/u. Dit jaar is zwaarder wegens meer hoogtemeters. Tenzij de uitgangspunten achteraf gezien fout zouden zijn of er een berekingsfout in zit, zal die 21km/u dus moeilijk haalbaar zijn. Interessant huiswerk.

Tuesday 12 June 2012

L'Enfer du Nord mène au Paradis (the real thing)

La veille

Vrijdag 8 juni: een sterkere bidonhouder en nieuwe pedaaltjes op de fiets.  Bandendruk opnieuw controleren en een laatste ritje om het materiaal te controleren.  Eén advies: de Hertstraat in Beersel.  Beestig.

Zaterdag 9 juni, 's middags: pasta.  's Avonds: pasta (en 't is geen chocopasta). Nerveus voor de zoveelste keer de weersvoorspellingen erop na slaan.  De voorspellingen veranderen en worden steeds beter.  Afwegen welke kledij nodig zal zijn: overschoenen?  Kniestukken of beenstukken? Regenjas of gewoon windstop?  Hoeveel gellekes?  Hoeveel reserve binnenbanden?

Om 00u30 naar de afspraak om met de auto van Brussel naar Roubaix te rijden.  2u00 's ochtends: aankomst in Roubaix.  Er staat een internationaal allegaartje aan te schuiven om met de bus van Roubaix naar de startplaats in Bohain te rijden: Denen, Zweden, Belgen, Nederlanders en zelfs Italianen!  Van slapen is dus alvast niet veel in huis gekomen.  Alsof het parcours nog niet moeilijk genoeg is, word je verondersteld na een nuit blanche te starten... Om 5u10 wordt er al koffie geschonken aan de startplaats.
Koffie om 5u 's ochtends zonder nachtrust


Nog wat formaliteiten aan de start en rond 6u00 zijn er vier Fartlekkers onderweg met een roze ochtendzon in de rug...

Le Matériel

De Zannata Z45 heeft het uitgehouden (op een verloren drinkbus na.  En na de finish moest de sensor van de cadansmeting per se ook nog zijn eigen weg zoeken).  Dries' Long Haul Sucker, Geerts LeMond en zelfs Goriks reguliere Canyon racefiets zijn er zonder kleerscheuren doorgeraakt.  Sterker nog: niet één lekke band was ons deel!  Het kan geen kwaad om hier Roger De Vlaeminck aan te halen: "Ik kan u weinig vertellen over historische valpartijen of legendarische bandbreuken. Ik had te veel klasse, mij overkwam zoiets niet. Tien keer heb ik Parijs-Roubaix zonder één bandbreuk beëindigd" (bron).  M.a.w.: we zijn goed bezig.

Le Cycliste

Hun respectieve payload daarentegen heeft het geweten.   De eerste moeilijk stroken valt het allemaal best nog mee.  Maar gaandeweg stijgt de pijn en daalt de tolerantiedrempel. Je voelt je nieren in je lichaam heen en weer klotsen.  Om er bijna van te kotsen...

Direct na de aankomst, in het malse gras temidden van de velodroom (velonachtmerrie, i.c.), overheerst een bon, we hebben het gedaan, maar nu hoeft het niet meer.
Na aankomst, velodroom van Roubaix.
De legendarische douches van de velodroom

Maar moeten kiezen tussen douchen met Eric Vanderaerden, Roger De Vlaeminck, Walter Godefroot of Eddy Planckaert, mindert de pijn.  

The day after heb je geen gevoel meer in je vingers ("alsof er honder hamers op geslaan hebben" - Gorik).  Polsen die aanvoelen alsof je een acute artrose-aanval hebt gehad en een zitvlak dat liever even geen zadel meer ziet.  Zoals verwacht en verhoopt was de conditie best wel OK.  De voorbereiding had zijn vruchten afgeworpen.  Met zijn vieren zijn we binnen het venster van een kwartier over de meet gekomen, rond 14u30. Minder dan 9 uur na ons vertrek.  Als je ermee rekening houdt dat we bij elke copieuze bevoorrading rustig de tijd genomen hadden, een meer dan mooi resultaat!  Een gemiddelde van ongeveer 28,7 km/u over bijna 210km: niet slecht voor wielertoeristen die nog niet eens twee maal per week de fiets van stal halen.  Bovendien: hoe je het draait of keert, een cross-fiets met bredere banden en minder druk bolt nu eenmaal minder goed.

Le Pavé

Het gaat dus over de kasseien.  Ongeveer 25 stroken.  Een heel apparte sensatie.  Je rijdt over een idyllisch veldweggetje totdat er opeens een vermoeden van kasseien opduikt.  Je versnelt en vervolgens rijd je een tunnel binnen.  Volledige focus op wat zich 10m voor je bevindt en een horzion op nauwelijks 20m van je. Over elke kasseistrook rijd je een denkbeeldige koers: hoe sneller je over kasseien rijdt, des te minder voel je ze.  De pijn van de verzuring is minder groot dan de pijn van de pneumatische drilboren waarin je zadel en je stuur op dat ogenblik getransformeerd zijn.  Maar daarvoor moet je natuurlijk nog over voldoende vermogen beschikken en nog een zeker pijndrempel kunnen verdragen.  Onmogelijk om je stuur stevig vast te grijpen en slechts met de grootste moeite van de wereld kun je remmen of schakelen.  Hier en daar flitst een stuk geschiedenis voorbij: Hushovd valt, Museeuw die lek rijdt in Hem, de windmolen, Museeuw die valt of Boonen die zijn fiets kapot rijdt op Carrefour de l'Arbre, de vlag in het achterwiel van Leif Hoste,...  En het moet gezegd: je flirt met (bijna-) valpartijen: voorwiel dat wegslipt bij het springen van het boordje naar de rug van de kasseien, een voorligger die opeens zijn lijn verlaat, opeens een put van 30cm diep, haakse bochten vol grind die je aan 25km/u neemt omdat je niet meer kon remmen.  Na een klein dozijn stroken was het prijs.  Een dalende bochtige holle weg met kasseien.  Eén fietser in de berm die ons aanmaant om te vertragen.  En na de bocht een grote plas donkerrood stroperig vers bloed.  Links in de berm lag er één - uit wat ooit zijn aangezicht moet geweest zijn - te bloeden, omringd door zijn ploeggenoten.  Gelukkig had hij zijn ploeg-tenue aan, anders konden ze hem niet meer als één van de hunne herkennen.  Hij was nog bij bewustzijn.

Met recht en reden zijn de Trouée d'Arenberg en de Carrefour de l'Arbre de meest te vrezen stroken.  Over de Trouée kun je nauwelijks rijden. Je stuur vasthouden doet al pijn, en - sorry, ik zeg het niet graag - dat zadel is op dat moment echt te klein en véél te hard.  Door het grote aantal toeschouwers in het bos van Arenberg was ik wel genoodzaakt om het betonpadje te volgen dat ernaast aangelegd was (da's een leugen).
Respect, Gorik (goe zot, is beter van toepassing), dat je daarover durft rijden.  Je moet al veel meegemaakt hebben in je leven om daar überhaupt over te willen rijden.  Of je moet héél foute dingen gedaan waarvoor je vrijwillig boete doet.


Thursday 7 June 2012

Wit

Astronomen en fietsers hebben met elkaar gemeen dat hun benadering van de zaken die hen na aan het hart liggen veeleer cyclisch is. De enen met een periode van een jaar, de anderen met een periode van - om kort door de bocht te gaan - 2096mm. De enen het tijdsdomein, de anderen het spatiaal domein.

Maar de jaarlijkse cyclus ontgaat ons - fietsers - natuurlijk ook niet: ...Giro, Dauphiné, Zwitserland, Frankrijk,... Concreet: we zijn in de periode aanbeland waar de beklimmingen van Alpen-, Dolomieten-, Vogezen- en Pyreneeën cols hoogtij vieren. De timing van het versturen van de details van de Arc-en-ciel (825km/20.000hms over 6 dagen) kon dan ook niet beter. Met al dat hooggebergte in de pipeline is het dan ook bizar om nog een kasseiklasieker af te haspelen. De weersvoorspellingen zijn echter van dien aard dat we ons niet in de zomer zullen wanen. Klimatologische of meteorologische cycli zijn minder aan exacte wetmatigheden onderworpen dan astronomische. Het meteorologisch voorjaar hoeft niet noodzakelijk in het astronomische voorjaar te vallen.

Parijs-Roubaix dus. 205 km waarvan 52 over de kasseien. De benen zouden er klaar voor moeten zijn - 3800 km. Maar het materiaal? Voor de gelegenheid halen we een crossfietsje van stal: 28mm slicks (Schwalbe Durano Plus) en een wielbasis die 2cm langer is dan de reguliere racefiets.

En voor de gelegenheid worden de spd'tjes vervangen door shiny white racepedaaltjes... (dank u, Axel). Een voet aan de grond zetten is niet aan ons besteed.

Opmerkelijk: Tom Boonen heeft naast zijn gestalte met mij gemeen dat hij vooraan ook een 46-kamwiel steken had voor Paris - Roubaix. Zij het onder dien verstande dat het bij hem de kleine plateau betrof en dat het op deze Zannata de grote plateau betreft...